Скачать книгу

(16.2) De twee post-Havona-Triniteiten, de Ultieme en de Absolute experiëntiële Triniteit, zijn thans nog niet volledig manifest; hun universum-verwezenlijking is nog gaande. Deze Godheidsassociaties kunnen als volgt worden omschreven:

      0:12.6 (16.3) 1. De Ultieme Triniteit die thans evolueert, zal uiteindelijk bestaan uit de Allerhoogste, de Allerhoogste Schepper-Persoonlijkheden, en de absoniete Architecten van het Meester-Universum, de unieke ontwerpers van universa die scheppers noch schepselen zijn. God de Ultieme zal uiteindelijk onvermijdelijk tot kracht en persoonlijkheid worden als het Godheidsgevolg van de vereniging van deze experiëntiële Ultieme Triniteit in de zich uitbreidende arena van het welhaast grenzeloze meester-universum.

      0:12.7 (16.4) 2. De Absolute Triniteit — de tweede experiëntiële Triniteit — die thans bezig is zich te actualiseren, zal bestaan uit God de Allerhoogste, God de Ultieme en de nog ongeopenbaarde Voleinder der Universum-Bestemming. Deze Triniteit functioneert op zowel persoonlijke als bovenpersoonlijke niveaus, zelfs tot de grenzen van het niet-persoonlijke, en haar vereniging in universaliteit zou de Absolute Godheid experiëntieel maken.

      0:12.8 (16.5) De Ultieme Triniteit verenigt zich thans experiëntieel in voltooiing, doch wij betwijfelen werkelijk of zulk een volledige vereniging van de Absolute Triniteit mogelijk is. Onze opvatting van de eeuwige Paradijs-Triniteit herinnert er ons echter voortdurend aan dat Godheidstrinitisatie tot stand kan brengen wat anders niet bereikbaar is; vandaar dat wij postuleren dat de Allerhoogste-Ultieme te eniger tijd zal verschijnen, en dat God de Absolute mogelijkerwijze getrinitiseerd-feitelijk zal worden.

      0:12.9 (16.6) De filosofen in de universa postuleren een Triniteit van Triniteiten, een existentieel-experiëntiële Oneindige Triniteit, doch zijn niet in staat zich de personalisatie hiervan voor te stellen. Wellicht zou deze personalisatie het equivalent worden van de persoon van de Universele Vader op het begripsniveau van de IK BEN. Maar hoe dit alles ook zij, de oorspronkelijke Paradijs-Triniteit is potentieel oneindig, aangezien de Universele Vader in actualiteit oneindig is.

       Dankbetuiging

      0:12.11 (16.8) Bij het opstellen van de navolgende verhandelingen die de beschrijving van het karakter van de Universele Vader en de natuur van zijn deelgenoten op het Paradijs tot onderwerp hebben, alsmede een poging tot beschrijving van het volmaakte centrale universum en de zeven superuniversa die het omringen, dienen wij ons te laten leiden door het mandaat van de regeerders van het superuniversum, waarbij ons wordt voorgeschreven ons bij onze inspanningen om waarheid te openbaren en essentiële kennis te coördineren, aldoor de voorkeur te geven aan de hoogste reeds bestaande menselijke denkbeelden die betrekking hebben op de te behandelen onderwerpen. Wij mogen slechts dan onze toevlucht nemen tot zuivere openbaring, wanneer het te behandelen begrip niet eerder op adequate wijze door het menselijk denken is uitgedrukt.

      0:12.12 (17.1) Achtereenvolgende planetaire openbaringen van goddelijke waarheid sluiten steeds de hoogste reeds bestaande opvattingen van geestelijke waarden in als onderdeel van de nieuwe, diepere coördinatie van de kennis op de planeet. Bij het opstellen van deze verhandelingen over God en zijn deelgenoten in het universum hebben wij dan ook als basis meer dan duizend menselijke begrippen uitgezocht, die de hoogste, meest geavanceerde planetaire kennis van geestelijke waarden en universum-betekenissen vormen. Waar deze door ons verzamelde menselijke begrippen van de Godkennende stervelingen van verleden en heden niet adequaat zijn om de waarheid te beschrijven zoals ons is opgedragen deze te openbaren, zullen wij niet aarzelen deze aan te vullen, en hiertoe gebruik maken van onze eigen grotere kennis van de realiteit en goddelijkheid van de Paradijs-Godheden en het transcendente universum waar zij resideren.

      0:12.13 (17.2) Wij zijn ons ten volle bewust van de moeilijkheden van onze taak; wij zien in dat het onmogelijk is om de taal der begrippen van goddelijkheid en eeuwigheid volledig om te zetten in de symbolen van de taal der eindige begrippen van het sterfelijke bewustzijn. Maar wij weten dat er in het menselijke bewustzijn een fragment van God woont, en dat de Geest van Waarheid bij de menselijke ziel verblijft, en wij weten voorts dat deze geest-krachten samenwerken teneinde de materiële mens in staat te stellen de realiteit van geestelijke waarden te vatten en de filosofie van universum-betekenissen te begrijpen. Maar nog zekerder weten wij dat deze geesten van de Goddelijke Tegenwoordigheid in staat zijn de mens te helpen bij zijn geestelijke toeëigening van alle waarheid die bijdraagt tot de verhoging van de zich immer ontwikkelende realiteit der persoonlijke religieuze ervaring — Godsbewustzijn.

      0:12.14 (17.3) [Gedicteerd door een Goddelijk Raadsman van Orvonton, Hoofd van het Korps Superuniversum-Persoonlijkheden dat is aangesteld om op Urantia de waarheid aangaande de Paradijs-Godheden en het universum van universa te beschrijven.]

      Het Urantia Boek

      << Voorwoord | Titels | Inhoudsopgave | Verhandeling 1 >>

      DEEL I

      Het Centrale Universum en de Superuniversa

      Onder verantwoordelijkheid van een Uversa-korps van Superuniversum-Persoonlijkheden die handelen op gezag van de Ouden der Dagen van Orvonton.

      Het Urantia Boek

      << DEEL I | Titels | Inhoudsopgave | Verhandeling 2 >>

      Verhandeling 1

      1:0.1 (21.1) DE Universele Vader is de God van de gehele schepping, Eerste Bron en Centrum van alle dingen en wezens. Zie God in de eerste plaats als schepper, dan als albeheerser en ten slotte als oneindige handhaver. De waarheid aangaande de Universele Vader was begonnen tot de mensheid door te dringen toen de profeet sprak: ‘Gij, o God, zijt een enig God; er is geen ander naast u. Gij hebt de hemel geschapen en de hemel der hemelen, met al hun heerscharen; gij houdt ze in stand en bestiert ze. Door de Zonen van God werden de universa gemaakt. De Schepper hult zich in licht als in een mantel en spant de hemel uit als een tentkleed.’ Alleen het denkbeeld van de Universele Vader — één God in plaats van vele goden — heeft de sterfelijke mens in staat gesteld de Vader te begrijpen als goddelijke schepper en oneindige albeheerser.

      1:0.2 (21.2) De ontelbare planetenstelsels zijn alle gemaakt om uiteindelijk bewoond te worden door intelligente schepselen van vele verschillende typen, wezens die God kunnen kennen, de goddelijke liefde kunnen ontvangen, en op hun beurt God kunnnen liefhebben. Het universum van universa is het werk van God en de woonplaats van zijn veelsoortige schepselen. ‘God schiep de hemelen en formeerde de aarde; niet zonder bedoeling bracht hij het universum tot stand en schiep hij deze wereld; hij formeerde haar om bewoond te worden.’

      1:0.3 (21.3) De verlichte werelden erkennen en vereren alle de Universele Vader, de eeuwige maker en oneindige handhaver van de gehele schepping. Uit universum na universum zijn de wilsschepselen begonnen aan de zeer lange reis naar het Paradijs, de fascinerende worsteling om God de Vader te bereiken, het avontuur der eeuwigheid. Het transcendente doel van de kinderen uit de tijd is het vinden van de eeuwige God, het begrijpen van de goddelijke natuur, het herkennen van de Universele Vader. Schepselen die God kennen, hebben slechts één allerhoogste ambitie, slechts één brandende begeerte, namelijk om zoals zij zijn, in hun sfeer, hem gelijk te worden zoals hij is in zijn Paradijs-volmaaktheid vanpersoonlijkheid

Скачать книгу