Скачать книгу

deze. Deze goddelijkheidsspanning die de Vader heeft doen ontstaan, wordt volmaakt opgeheven door, en vereeuwigt zich als, het Universeel Absolute.

      0:4.6 (7.4) Gezien vanuit tijd en ruimte is de werkelijkheid voorts te onderscheiden als:

      0:4.7 (7.5) 1. Actueel en Potentieel. Realiteiten die in volheid van uitdrukking bestaan, in tegenstelling tot die welke een niet-onthulde capaciteit tot groei in zich dragen. De Eeuwige Zoon is een absolute geestelijke actualiteit; de sterfelijke mens is voor een zeer groot deel een niet-verwezenlijkte geestelijke potentialiteit.

      0:4.8 (7.6) 2. Absoluut en Subabsoluut. Absolute realiteiten zijn eeuwigheidsbestaansvormen. Subabsolute realiteiten worden op twee niveaus ontworpen: absoniete realiteiten, die relatief zijn ten opzichte van zowel tijd als eeuwigheid; eindige realiteiten, die worden ontworpen in de ruimte en worden geactualiseerd in de tijd.

      0:4.9 (7.7) 3. Existentieel en Experiëntieel. De Paradijs-Godheid is existentieel, maar de wordende Allerhoogste en Ultieme zijn experiëntieel.

      0:4.10 (7.8) 4. Persoonlijk en Onpersoonlijk. Godheidsuitbreiding, persoonlijkheidsuitdrukking en universum-evolutie hangen voor immer af van de vrije wilsdaad van de Vader, waardoor de bewustzijn-geest-persoonlijke betekenissen en waarden van actualiteit en potentialiteit, die in de Eeuwige Zoon convergeren, voor immer werden gescheiden van de dingen die in het eeuwige Paradijs-Eiland convergeren en daaraan inherent zijn.

      0:4.11 (7.9) Het PARADIJS is een term die de persoonlijke en onpersoonlijke focale Absoluten van alle fasen van universum-realiteit insluit. Strikt gedefinieerd kan het Paradijs alle vormen impliceren van realiteit, Godheid, goddelijkheid, persoonlijkheid en energie — de energie van geest, bewustzijn en materie. Voor al deze vormen van werkelijkheid is het Paradijs de plaats van oorsprong, functie en bestemming, wat betreft waarden, betekenissen en feitelijk bestaan.

      0:4.12 (7.10) Het Paradijs-Eiland — het Paradijs zonder nadere kwalificatie — is het Absolute van de materiële zwaartekrachtbeheersing door de Eerste Bron en Centrum. Het Paradijs is bewegingloos, het is het enige stationaire in het universum van universa. Het Paradijs-Eiland heeft een locatie in het universum doch geen positie in de ruimte. Dit eeuwige Eiland is de actuele bron van de fysische universa — vroegere, huidige en toekomstige. Het kern-Eiland van Licht is een Godheid-afgeleide, maar kan niet de Godheid genoemd worden. Evenmin zijn de materiële scheppingen een deel van de Godheid: zij zijn een gevolg.

      0:4.13 (7.11) Het Paradijs is geen schepper; het is een unieke beheerser van vele activiteiten in de universa, het beheerst veel meer dan dat het reageert. Overal in de materiële universa beïnvloedt het Paradijs bij alle wezens de reacties en gedragingen die te maken hebben met Paradijskracht, energie en [universum-]kracht, maar het Paradijs zelf is uniek, exclusief en geïsoleerd in de universa. Het Paradijs vertegenwoordigt niets en niets vertegenwoordigt het Paradijs. Het is noch een kracht noch een aanwezigheid: het is alleen het Paradijs.

      0:5.1 (8.1) Persoonlijkheid is een niveau van vergoddelijkte werkelijkheid en reikt van het niveau van stervelingen en middenwezens, waar godsverering en wijsheid worden geactiveerd in het hogere bewustzijn, via het morontiale en geestelijke niveau, tot het niveau waar finaliteit van persoonlijkheidsstatus wordt bereikt. Dit is de evolutionaire opklimming van de persoonlijkheid van sterfelijke schepselen en van schepselen die aan stervelingen verwant zijn, doch er bestaan nog talrijke andere orden van universum-persoonlijkheid.

      0:5.2 (8.2) De werkelijkheid is onderhevig aan universele expansie, persoonlijkheid aan oneindige diversificatie, en beide zijn in staat tot welhaast onbeperkte coördinatie met de Godheid en tot eeuwige stabilisatie. Ofschoon de mogelijkheden tot metamorfose van niet-persoonlijke realiteit beslist beperkt zijn, zijn ons geen beperkingen bekend aan de progressieve evolutie van persoonlijkheidsrealiteiten.

      0:5.3 (8.3) Op bereikte experiëntiële niveaus kunnen alle persoonlijkheidsorden of waarden zich met elkaar verbinden en zelfs medescheppend zijn. Zelfs God en mens kunnen coëxisteren in een verenigde persoonlijkheid, zoals op zo’n voortreffelijke wijze wordt aangetoond in de huidige status van Christus Michael — Zoon des Mensen en Zoon Gods.

      0:5.4 (8.4) Alle suboneindige orden en fasen van persoonlijkheid zijn associatieve bereikbare realiteiten en zijn potentieel medescheppend. Het voorpersoonlijke, het persoonlijke en het bovenpersoonlijke zijn alle met elkaar verbonden door een gemeenschappelijk potentieel tot het bereiken van coördinatie, progressieve prestatie en medescheppend vermogen. Maar het onpersoonlijke transmuteert nooit rechtstreeks naar het persoonlijke. Persoonlijkheid ontstaat nimmer spontaan, zij is een geschenk van de Paradijs-Vader. Persoonlijkheid wordt gesuperponeerd op energie, en wordt alleen met levende energiesystemen verbonden; identiteit kan worden verbonden met niet-levende energiepatronen.

      0:5.5 (8.5) De Universele Vader is het geheim van de realiteit van persoonlijkheid, van de schenking van persoonlijkheid en van de bestemming van persoonlijkheid. De Eeuwige Zoon is de absolute persoonlijkheid, het geheim van geestelijke energie, morontia-geesten, en vervolmaakte geesten. De Vereend Handelende Geest is de geest-bewustzijn-persoonlijkheid, de bron van intelligentie, de rede, en het universele bewustzijn. Maar het Paradijs-Eiland is niet-persoonlijk en buiten-geestelijk, daar het de essentie is van het universele lichaam, de bron en het centrum van fysische materie, en het absolute grondpatroon van de universele materiële realiteit.

      0:5.6 (8.6) Deze kwaliteiten der universele werkelijkheid zijn in de ervaring van de mens op Urantia op de volgende niveaus manifest:

      0:5.7 (8.7) 1. Het lichaam. Het materiële of fysische organisme van de mens. Het levende elektro-chemische mechanisme van dierlijke natuur en oorsprong.

      0:5.8 (8.8) 2. Het bewustzijn. Het denkende, waarnemende en voelende mechanisme van het menselijk organisme. De totale bewuste en onbewuste ervaring. De intelligentie verbonden met het emotionele leven dat door godsverering en wijsheid omhoog reikt naar het niveau van geest.

      0:5.9 (8.9) 3. De geest. De goddelijke geest die in het bewustzijn van de mens woont — de Gedachtenrichter. Deze onsterfelijke geest is voorpersoonlijk — hij is geen persoonlijkheid, ofschoon het zijn bestemming is om een deel te worden van de persoonlijkheid van het sterfelijke schepsel dat de dood overleeft.

      0:5.10 (8.10) 4. De ziel. De ziel van de mens is een experiëntiële verworvenheid. Naargelang een sterfelijk schepsel verkiest ‘de wil van de Vader in de hemel te doen,’ wordt de inwonende geest de vader van een nieuwe realiteit in de ervaring van de mens. Het sterfelijke, materiële bewustzijn is de moeder van deze zelfde wordende werkelijkheid. De substantie van deze nieuwe werkelijkheid is materieel noch geestelijk — zij is morontiaal. Dit is de wordende, onsterfelijke ziel, die voorbestemd is de dood van de sterveling te overleven en de opklimming naar het Paradijs aan te vangen.

      0:5.11 (9.1) Persoonlijkheid. De persoonlijkheid van de sterfelijke mens is lichaam, bewustzijn noch geest, en evenmin is zij de ziel. Persoonlijkheid is de enige onveranderlijke realiteit in de overigens steeds veranderende ervaring van het schepsel; zij verenigt bovendien alle andere gecombineerde factoren der individualiteit. De persoonlijkheid is de unieke schenking van de Universele Vader aan de levende, gecombineerde energieën van materie, bewustzijn en geest, en zij overleeft wanneer de morontiale ziel overleeft.

      0:5.12 (9.2) Morontia is een term ter aanduiding van een uitgestrekt niveau tussen het materiële en het geestelijke. Met deze term kunnen persoonlijke en onpersoonlijke werkelijkheden, levende of nietlevende energieën worden aangeduid. De schering van morontia is geestelijk, de inslag materieel.

      0:6.1 (9.3) Al wat reageert op het persoonlijksheidscircuit van de Vader noemen wij persoonlijk. Al wat reageert op het geest-circuit van de Zoon noemen wij geest. Al wat reageert op het bewustzijnscircuit van de Vereend Handelende Geest noemen wij bewustzijn, bewustzijn als een attribuut van de Oneindige Geest — bewustzijn in al zijn fasen. Al wat reageert op het materiële zwaartekrachtcircuit dat zijn centrum heeft aan de onderzijde van het Paradijs, noemen wij materie — energie-materie

Скачать книгу