ТОП просматриваемых книг сайта:
Het Urantia Boek. Urantia Foundation
Читать онлайн.Название Het Urantia Boek
Год выпуска 0
isbn 9789090111513
Автор произведения Urantia Foundation
Жанр Религия: прочее
Издательство Ingram
1:5.10 (28.7) De idee van de persoonlijkheid van de Universele Vader is een ruimer en zuiverder begrip van God, dat voornamelijk door openbaring tot de mensheid is gekomen. De rede, de wijsheid en de religieuze ervaring concluderen en impliceren alle dat God persoonlijkheid bezit, maar kunnen dit niet geheel bewijzen. Zelfs de inwonende Gedachtenrichter is voorpersoonlijk. De waarheid en rijpheid van iedere religie zijn recht evenredig aan haar opvatting van de oneindige persoonlijkheid van God en aan haar begrip van de absolute eenheid van de Godheid. De idee van een persoonlijke Godheid wordt dus de graadmeter van religieuze rijpheid, nadat de religie eenmaal het begrip van de eenheid Gods heeft geformuleerd.
1:5.11 (29.1) De primitieve religie kende vele persoonlijke goden, en dezen waren gevormd naar het beeld van de mens. Openbaring bevestigt de geldigheid van de voorstelling van God als persoonlijkheid, een voorstelling die niet meer dan een mogelijkheid is in het wetenschappelijke postulaat van een Eerste Oorzaak, en alleen voorlopig wordt gesuggereerd in de filosofische idee van Universele Eenheid. Alleen door hem als persoonlijkheid te benaderen, kan een persoon de eenheid Gods beginnen te begrijpen. Het ontkennen van de persoonlijkheid van de Eerste Bron en Centrum laat u slechts de keuze tussen twee filosofische dilemma’s: materialisme of pantheïsme.
1:5.12 (29.2) Bij de beschouwing van de Godheid moet het begrip persoonlijkheid worden ontdaan van de idee van lichamelijkheid. Een materieel lichaam is niet onontbeerlijk voor persoonlijkheid, noch bij de mens, noch bij God. De dwaling van de lichamelijkheid komt aan het licht in de beide uitersten der menselijke filosofie. Volgens het materialisme houdt de mens bij het sterven op te bestaan als persoonlijkheid omdat hij dan zijn lichaam verliest; aangezien God in het pantheïsme geen lichaam heeft, is hij derhalve niet een persoon. Het bovenmenselijke type voortschrijdende persoonlijkheid functioneert in een eenheid van bewustzijn en geest.
1:5.13 (29.3) Persoonlijkheid is niet slechts een eigenschap van God: persoonlijkheid staat veeleer voor de totaliteit van de gecoördineerde oneindige natuur en de verenigde goddelijke wil, welke in eeuwigheid en universaliteit van volmaakte uitdrukking aan de dag treedt. Persoonlijkheid, in de allerhoogste zin, is de openbaring van God aan het universum van universa.
1:5.14 (29.4) Omdat God eeuwig, universeel, absoluut en oneindig is, neemt hij niet toe in kennis, noch groeit hij in wijsheid. God verwerft geen ervaring, zoals de eindige mens dit zich zou kunnen denken of begrijpen, maar binnen de gebieden van zijn eigen eeuwige persoonlijkheid kent hij wel de vreugde van die ononderbroken uitbreidingen van zelfontplooiing, die in bepaalde opzichten vergelijkbaar zijn met, en analoog aan, het verwerven van nieuwe ervaring door de eindige schepselen op de evolutionaire werelden.
1:5.15 (29.5) De absolute volmaaktheid van de oneindige God zou hem onderhevig doen zijn aan de ontzaglijke beperkingen der onvoorwaardelijke finaliteit van volmaaktheid, ware het niet dat de Universele Vader rechtstreeks deelneemt in de persoonlijkheidsworsteling van iedere onvolmaakte ziel in het ganse universum, die met goddelijke hulp tracht op te klimmen tot de geestelijk volmaakte werelden in den hoge. Voor de Vader is deze voortgang in ervaring van ieder geest-wezen en ieder sterfelijk schepsel in het gehele universum van universa een onderdeel van zijn zich steeds uitbreidende Godheid-bewustheid van de nimmer eindigende goddelijke cirkelgang van onophoudelijke zelfverwerkelijking.
1:5.16 (29.6) ‘In al uw droefheden is hij bedroefd.’ ‘In al uw overwinningen overwint hij in en met u.’ Dit is letterlijk waar. Zijn voorpersoonlijke goddelijke geest is een werkelijk deel van u. Het Paradijs-Eiland reageert op alle fysische metamorfosen in het universum van universa; de Eeuwige Zoon houdt alle geest-impulsen in de gehele schepping in zich; de Vereend Handelende Geest omvat alle uitdrukking van bewustzijn in de zich uitbreidende kosmos. De Universele Vader beseft in de volheid van zijn goddelijke bewustheid alle individuele ervaringen in de progressieve worstelingen van het zich verruimende bewustzijn en de opklimmende geest van iedere entiteit, ieder wezen en iedere persoonlijkheid in de gehele evolutionaire schepping in tijd en ruimte. En dit alles is letterlijk waar, want ‘in Hem leven wij, bewegen wij ons, en zijn wij.’
6. Persoonlijkheid in het Universum
1:6.1 (29.7) De menselijke persoonlijkheid is de beeld-schaduw die door de goddelijke Schepper-persoonlijkheid in de tijd-ruimte wordt afgeworpen. En geen enkele actuele werkelijkheid kan ooit op toereikende wijze worden begrepen door een onderzoek van haar schaduw. Schaduwen moeten verklaard worden in termen van de ware substantie.
1:6.2 (30.1) God is voor de wetenschap een oorzaak, voor de filosofie een idee, voor de religie een persoon, en wel de liefdevolle hemelse Vader. God is voor de wetenschapsmens een oerkracht, voor de filosoof een hypothese van eenheid, voor de religieuze mens een levende geestelijke ervaring. ’s Mensen ontoereikende begrip van de persoonlijkheid van de Universele Vader kan alleen worden aangevuld en verbeterd door zijn geestelijke vooruitgang in het universum, en zal pas waarlijk toereikend worden wanneer de pelgrims uit tijd en ruimte eindelijk de goddelijke omhelzing van de levende God op het Paradijs bereiken.
1:6.3 (30.2) Verlies nooit uit het oog dat de gezichtspunten van waaruit God en de mens persoonlijkheid beschouwen, lijnrecht tegenover elkaar staan. De mens ziet en begrijpt persoonlijkheid terwijl hij vanuit het eindige naar het oneindige kijkt; God kijkt vanuit het oneindige naar het eindige. De mens bezit de laagste vorm van persoonlijkheid, God de hoogste, zelfs allerhoogste, ultieme en absolute persoonlijkheid. Daarom hebben de betere voorstellingen van de goddelijke persoonlijkheid geduldig moeten wachten tot er betere ideeën aangaande de menselijke persoonlijkheid waren opgekomen, en vooral tot de hogere openbaring van zowel menselijke als goddelijke persoonlijkheid had plaatsgevonden in het geschonken leven van Michael, de Schepper-Zoon, op Urantia.
1:6.4 (30.3) De voorpersoonlijke goddelijke geest die in het sterfelijke bewustzijn woont, levert door en in zijn tegenwoordigheid zelve het geldige bewijs voor zijn actuele bestaan, maar het begrip van de goddelijke persoonlijkheid kan slechts worden verstaan door het geestelijke inzicht van echte, persoonlijke religieuze ervaring. Iedere persoonlijkheid, menselijk of goddelijk, kan geheel onafhankelijk van de uiterlijk waarneembare reacties of materiële tegenwoordigheid van die persoon worden gekend en begrepen.
1:6.5 (30.4) Voor vriendschap tussen twee personen is het van wezenlijk belang dat er een zekere mate van morele verwantschap en geestelijke harmonie bestaat: een liefdevolle persoonlijkheid kan zich moeilijk doen kennen aan een liefdeloze persoon. Om zelfs maar in de buurt te komen van het kennen van een goddelijke persoonlijkheid, moeten alle gaven en talenten van de mense-lijke persoonlijkheid geheel aan deze inspanning worden gewijd: halfslachtige, gedeeltelijke toewijding zal vruchteloos blijken.
1:6.6 (30.5) Hoe vollediger een mens zichzelf begrijpt en de persoonlijkheidswaarden van zijn medemensen apprecieert, des te meer zal hij ernaar smachten de Oorspronkelijke Persoonlijkheid te leren kennen en des te ernstiger zal deze Godkennende mens ernaar streven zoals de Oorspronkelijke Persoonlijkheid te worden. Ge kunt redetwisten over meningen omtrent God, maar ervaring met hem en in hem staat boven en buiten alle menselijk meningsverschil en louter intellectuele logica. De Godkennende mens beschrijft zijn geestelijke ervaringen niet om ongelovigen te overtuigen, maar ter stichting en wederzijdse voldoening van gelovigen.
1:6.7 (30.6) Wanneer ge aanneemt dat het universum gekend kan worden, dat het begrijpelijk is, betekent dit dat ge aanneemt dat het universum door [denkend] bewustzijn is gemaakt en door persoonlijkheid wordt bestuurd. Het bewustzijn van de mens kan alleen de bewust-zijnsverschijnselen van ander bewustzijn waarnemen, of het nu menselijk of bovenmenselijk is. Als de menselijke persoonlijkheid het universum kan ervaren, is er ergens in dat universum een goddelijk bewustzijn en een actuele persoonlijkheid verborgen.
1:6.8 (30.7) God is geest, geest-persoonlijkheid; de mens is ook een geest, een potentiële geest-persoonlijkheid. Jezus van Nazaret bereikte de volle verwezenlijking van dit potentieel van geest-persoonlijkheid in zijn menselijke ervaring; daarom wordt zijn leven, dat bestond uit het volbrengen van de wil van de Vader, de meest werkelijke en ideale