Скачать книгу

zelfs weleens een paar uurtjes duren.

      In feite was je als beveiligingsemployé wettelijk zwaar in overtreding. Je maakte je schuldig aan vrijheidsberoving. Bij aanhouden op heterdaad, dien je de aangehoudene (wettelijk) onmiddellijk of terstond aan de politie over te dragen. Je mag de arrestant niet voor onbepaalde tijd opsluiten als particuliere beveiliger. Sommige politieagenten maakten om die reden bezwaar tegen de separeerruimte, andere agenten daarentegen weer niet, die vonden dat wel gemakkelijk zo. De meningen hierover waren onderling bij het politiecorps sterk verdeeld, de beveiligers zaten hier tussenin, wat geen gemakkelijke positie was.

      Hoog Catharijne was verdeeld in negen afdelingen: HC1, HC2, HC3, HC4, HC5, HC6, HC7, HC8, HC9, en een totale buitenronde om HC heen!

      Op deze rondes werd je goed ingewerkt, als surveillant en hondengeleider moest je blindelings weten waar je je bevond. Deze indeling was ook ter ondersteuning van de wcdt en de hulptroepen zoals politie, brandweer en de GGD. Zij moesten bij een melding van ons precies weten welke aanrijroute ze moesten nemen, en welke in-/uitgang zij moesten hebben. Als de wcdt precies de plaats wilde weten waar de hulptroepen ter plaatse moesten komen, riep hij de surveillant of de hondengeleider op om de juiste positie op te vragen. Op deze manier kon de wcdt bij alarm of ongeregeldheden direct de assistentie inroepen van de dichtstbijzijnde surveillanten of hondengeleider.

      Surveillanten c.q. hondengeleider vingen de politie en brandweer en ambulancepersoneel op om hen naar de juiste in-/uitgang te begeleiden of op te vangen en collega’s naar de juiste locatie te sturen voor assistentie.

      Voordat de nieuwe hondengeleider op ronde ging, moest hij van Anton eerst een schuilnaam voor zichzelf bedenken. Nooit je echte naam gebruiken of in je pet vermelden en vooral geen huisadres. In het verleden was het voorgekomen dat tijdens een vechtpartij een pet van een beveiliger in verkeerde handen was gevallen met zijn naam en huisadres. Het gezin van de desbetreffende beveiliger werd vanaf dat moment thuis bedreigd en de ramen van zijn huis werden ingegooid. Alle collega’s op HC gebruikten een schuilnaam. Zo ongevaarlijk was het beveiligingswerk niet op HC! De bijnaam van de nieuwe hondengeleider is Boris geworden, dat paste goed bij zijn postuur en zijn hond, dat werd zijn nieuwe naam in HC.

      De hondengeleider was verantwoordelijk voor de brand-/sluitronde in HC3, vier verdiepingen beneden in de kelders en twee verdiepingen boven het maaiveld. In de kelders van HC3 waren de magazijnen van de winkeliers, die in de belangstelling stonden van onze criminelen.

      De ronde in HC3 was de meest gevaarlijke en risicovolle sluitronde, en gemakkelijk toegankelijk voor insluipers. Hier werd met een hond gelopen. In deze afdeling waren ook veel technische ruimtes, een ideale plaats voor insluipers om zich in te kunnen verstoppen. Voor de hondengeleider was het goed opletten in deze expeditiegangen die tot aan sluitingstijd openstonden en vrij toegankelijk waren voor de technische dienst. HC3 werd pas afgesloten door de hondengeleider als hij daadwerkelijk op brand-/sluitronde ging.

      Volgens Anton gebeurde het regelmatig dat de hondengeleider tegen sluitingstijd eerst ergens anders moest optreden om assistentie te verlenen bij onregelmatigheden in verschillende cafés op het Radboudplein. Na deze vertraging kon de hondengeleider pas op brand-/sluitronde, waardoor insluipers de gelegenheid hadden gehad om zich in te laten sluiten in de nog open TD-ruimtes, waar op de deuren stond Verboden voor onbevoegden.

      Volgens Anton gebeurde het regelmatig dat een relletje expres werd uitgelokt in een café om hun maatjes de gelegenheid te geven om in te kunnen breken in de kelders en magazijnen in HC3. Op deze manier werd de hondengeleider weggelokt, de inbreker kon dan snel toeslaan. Vooral in winkelmagazijnen waar radio’s en televisies werden verkocht. Deze magazijnen stonden volop in de belangstelling van de inbrekers, en liepen een groot risico.

      Anton met de hond in actie

      Anton vertelde aan Boris dat hij afgelopen week nog met zijn hond in actie was gekomen in het magazijn van radio- en televisiezaak Krebbers & Jaarsma. Sinds kort was het magazijn voorzien van stil alarm, dat aangesloten was op de meldkamer van HC. Anton vertelde aan Boris dat op een avond het stille alarm afging. Hij liep toevallig met zijn hond in de buurt van de magazijnen in HC3 toen hij opgeroepen werd door de wcdt. Hij kreeg direct opdracht om ter plaatse te gaan met zijn hond. Daar aangekomen, zag hij op een kleine afstand van hem, dat de deur in de donkere gang van een magazijn half openstond.

      ‘Direct liet ik mijn hond rivieren,’ zei Anton. ‘Mijn hond rende op de half openstaande deur af van het magazijn, en na enkele seconde hoorde ik een hoop kabaal en geschreeuw in het magazijn. Mijn hond had de inbreker goed te pakken, hij had hem stevig in zijn kuitbeen vast, het bloed liep langs zijn enkels. Onmiddellijk riep ik: “Los!” De hond stond naast de inbreker te blaffen, en bleef de inbreker aankijken, die dorst geen stap meer te verzetten. Ik vroeg aan de man wat dit allemaal te betekenen had, en waar hij met die vier videorecorders naartoe wilde. En ik zei tegen die inbreker: “Die videorecorders zijn toch niet van jou?” De man kon geen duidelijk antwoord geven, waarop ik tegen hem zei dat hij was aangehouden en de vier videorecorders in beslag werden genomen.

      Intussen had de wcdt twee surveillanten naar mij toegestuurd om assistentie te verlenen. Deze hebben de vier inbeslaggenomen videorecorders veiliggesteld, die een waarde hadden van 3100 gulden per stuk (dat waren de eerste videorecorders).

      Direct daarna,’ vertelde Anton aan Boris, ‘heb ik de man op transport gesteld met mijn hond naar het SC. In het winkelgebied onderweg naar SC probeerde de arrestant te ontsnappen en dreigde mij dood te schieten. Onmiddellijk viel mijn hond de inbreker aan en beet hem nu in zijn rechterarm, waarop hij direct bleef staan en mij uitvloekte dat ik die kuthond bij me moest houden. Hij schreeuwde tegen me dat ik die hond niet mocht inzetten, omdat ik geen politieagent was. Maar op zijn Utrechts gezegd een klote NSB’er was in een mooi pakkie. In het SC aangekomen, boven de Radboudtraverse, stond de politie al te wachten, en heb ik de arrestant terstond aan de politie overgedragen.

      De arrestant deed onmiddellijk aangifte dat hij door mijn diensthond was gebeten en dat ik die kuthond op hem had afgestuurd. De agent vroeg aan mij of dat waar was, wat ik heb bevestigd. De agent vroeg of mijn hond gecertificeerd was, en of ik wist dat mijn hond alleen bedoeld was om mij persoonlijk te beveiligen en ik hem niet repressief in mag zetten. Dat geldt alleen in het openbaar winkelgebied en niet in de afgesloten ruimtes. Tijdens mijn aangifte op het politiebureau heb ik uitgelegd dat de man verzet pleegde en mij dreigde dood te schieten, en dat ik mijn hond gestuurd heb in een afgesloten afdeling, waar op de deur stond Verboden toegang voor onbevoegden. Hier had de man niets te zoeken.

      Van de agent die mijn aangifte behandelde, kreeg ik een compliment en hij was blij dat ik deze inbreker had aangehouden. Zij zochten hem al een tijd, omdat hij weggelopen meisjes op HC aanzette tot prostitutie. Hij was een loverboy, die weggelopen meisjes opving en later onder druk zette om voor hem te werken. Zo had hij een zestienjarig verkoopstertje van Krebbers & Jaarsma onder druk gezet om hun magazijn in de kelder te markeren, zodat hij het magazijn gemakkelijk kon vinden om in te breken.

      Later hoorden we van de politie,’ zei Anton, ‘dat het meisje tijdens haar verhoor bekend had dat zij het magazijn van Krebbers & Jaarsma gekenmerkt had met tape; hierdoor kon de inbreker gemakkelijk het magazijn vinden. Ook het meisje was aangehouden door de politie en is later door de politie overgedragen aan Bureau Halt.’

      ‘Wat een verhaal,’ zei Boris, ‘er is hier genoeg te beleven, als ik dat zo hoor, ik hoef me niet te vervelen!’

      ‘Soms meer dan je lief is,’ zei Anton.

      Boris krijgt Jip

      Boris vond dat hij nog niet voldoende was ingewerkt om zelfstandig een brand-/sluitronde in HC3 te kunnen lopen. Zijn chef, oud-marinier van het marine bewakingskorps, vond dat het hoog tijd werd dat Boris met een hond ging lopen, wegens het grote tekort aan personeel. Hij vond het ook tijd worden dat hij zijn hond kreeg. De chef vroeg aan Boris of hij bang was voor honden.

      ’Nee,’ zei Boris, ‘integendeel. We woonde vroeger op een boerderij in Austerlitz, we hebben thuis altijd grote honden gehad.’

      Zijn chef vroeg aan Boris of hij thuis ruimte had om een kennel neer te zetten voor een diensthond. Boris vertelde dat hij

Скачать книгу