Скачать книгу

zoektocht, in een gebied van meer dan twaalfduizend vierkant kilometer, werd niets gevonden. Wij komen later terug met meer informatie.’

      10 jaar later…

      Uit de dansclub bonkte luide ritmische muziek en het grote paarse neonlicht veranderde van kleur op de beat. Het licht wierp een spookachtige gloed over het gebouw aan de overkant van de straat. Op het dak van dat gebouw stond een man met kort, lichtblond haar met een voet op de rand. Hij rookte een sigaret, leunde hij naar voren en rustte met een elleboog op zijn gebogen knie.

      Kane Tripp boog zijn hoofd een beetje en wreef met een hand door zijn korte piekerige haar. Hij had er een hekel aan om het te laten knippen en miste de lengte van vroeger. Hij kon nog steeds het gevoel herinneren van hoe het zacht zijn onderrug streelde. Hij bracht de sigaret naar zijn lippen, inhaleerde diep en besefte dat hij vele zaken gemist had, zoals de sigaretten die hij rookte voordat hij levend begraven en voor dood achtergelaten werd.

      Veertig jaar geleden had Malachi, de leider van een kleine clan jaguars, hem overvallen en beschuldigd van de moord op de gezellin van de gedaanteverwisselaar. Voor die nacht stond Kane op goede voet bij de jaguars en hun leider was een van zijn beste vrienden geweest. De herinnering zorgde ervoor dat Kane zijn lippen samenperste. Malachi had hem in een vlaag van razernij berecht, veroordeeld en een vonnis uitgesproken.

      Door een spreuk te gebruiken uit precies dat boek waarvan Kane dacht dat hij het zo goed verstopt had, wist Malachi hem met een vloek vast te houden zodat hij niet meer kon bewegen of praten… hij was zelfs niet in staat om zich te verdedigen. Toen had hij Kane’s oorring met de bloedsteen uitgetrokken, de oorring die het hem mogelijk maakte om vrij in het licht rond te lopen. De bloedstenen hadden ooit aan Syn, de eerste vampier, toebehoord.

      Kane had eens gevraagd hoe het mogelijk was dat er iemand de eerste was geweest en het antwoord had hem ontsteld.

      Syn was alleen in deze wereld gekomen, gewond en uitgehongerd. Een jonge man had hem gevonden en door zijn honger had Syn zijn bloed gedronken. De vampier leerde al spoedig dat de mensen van deze wereld kwetsbare wezens waren en dat hun ziel hen verliet wanneer hij zijn bloed met hen deelde in de hoop om een familie op deze planeet te creëren. Maar vanaf het moment dat hun ziel weg was, werden ze nutteloos voor hem en veranderden ze in monsters.

      Syn had tijdens zijn eindeloze leven slechts drie mensen gevonden die hun ziel wisten te behouden… deze werden zijn kinderen. Het enige verschil was dat de zon hen verbrandde eenmaal ze veranderd waren … waardoor zij en hun verwanten het daglicht moesten mijden. Op de planeet van Syn was dit door de bloedsteen nooit een probleem geweest.

      De dikke armbanden die Syn had gedragen, afkomstig uit zijn eigen wereld, waren vervaardigd uit bloedsteen. Hij had een ring, een halsketting en een enkele oorring gemaakt door een stuk van een van de armbanden af te breken. Opnieuw raakte Kane met zijn hand de oorring aan die in zijn oor stak.

      Hoewel de bloedsteen hem een bijna normaal leven had geschonken… was het Syn’s spreukenboek geweest dat de ondergang van Kane in gang had gezet. Kane had het voor zijn uitverkorenen laten liggen zodat ze het verstandig konden gebruiken terwijl hij sliep. In het boek stond de verdoemspreuk, een manier om zich te ontdoen van de zielloze kinderen wanneer zij een te groot gevaar vormden voor de mensen.

      Kane had slechts met donkere en verstarde ogen kunnen toekijken hoe zijn vroegere vriend de donkere aarde bovenop hem schepte. Het laatste dat hij zich herinnerde was de hemel vol sterren boven het bos.

      De duisternis was allesverterend en eindeloos stil geweest. De spreuk hield hem vastgebonden, maar hij kon dingen in de aarde over hem heen voelen kruipen. Kleine, sterfelijke wezens die niet van zijn vlees wilden eten, maar onbewust aan zijn ziel knaagden.

      Naarmate de tijd verstreek werd hij ervan overtuigd dat hij waanzinnig was geworden. En toen begon hij plotseling geluiden te horen, steeds vaker… stemmen. Ze waren meer dan welkom in zijn gevangenschap en hij verlangde ernaar om meer te horen. Soms hoorde hij hele families, maar meestal slechts volwassenen.

      Soms probeerde hij om zich tegen de spreuk te verzetten en om hulp te roepen of om zichzelf op een of andere manier gezelschap te houden. De magie hield hem echter gevangen en maakte hem volkomen machteloos. Hij kende deze spreuk… had het zelf al gebruikt tegen boosaardige wezens. Het was ingewikkelde magie die het bloed van een geliefde vereiste om hem te bevrijden. Een liefdesspreuk die zo krachtig was dat alleen een zielsverwant van het slachtoffer het kon doorbreken.

      Het was altijd doeltreffend gebleken tegen zielloze vampiers omdat er een ziel nodig was om een zielsverwant te kunnen hebben. Hij had de spreuk meerdere keren gebruikt om de wereld te redden van zijn duivelse verwanten die niets anders kenden dan bloedvergieten.

      Kane lachte bitter door de beklemmende herinnering aan het moment toen hij besefte dat hij verdoemd was… omdat hij geen zielsverwant had. Hij had althans nog nooit een dergelijk mysterie ontmoet. En moest er iemand zijn, dan was het onwaarschijnlijk dat diegene bloedend over zijn graf zou strompelen. Malachi’s hart was zo gebroken geweest… hij had zo intens van zijn vrouw gehouden dat hij wenste dat Kane de diepte van een dergelijke liefde leerde kennen en ernaar zou verlangen.

      En of hij ernaar verlangde. Hij weende vaak terwijl hij smeekte, in de hoop dat god luisterde, opdat zijn zielsverwante zou komen zodat hij terug vrij kon zijn. Als hij echt de vrouw van zijn beste vriend had vermoord, dan zou het een terechte straf zijn geweest. Maar hij was onschuldig.

      Op een nacht, lang nadat hij alle hoop had opgegen, hoorde hij het. Het verre geluid van Malachi’s gebrul doorbrak zijn krankzinnige innerlijke monoloog en werd vergezeld door een tweede dierlijke schreeuw uit woede. En toen hoorde hij tot zijn verbijstering de stem van een klein meisje vlak boven zich, smekend dat ze haar puppie geen pijn zouden doen.

      Het geluid van haar fragiele, anstige stem brak iets in hem en deed hem smachten naar vrijheid, zodat hij haar kon beschermen tegen de nachtelijke beesten.

      â€˜Malachi zal jouw puppie geen pijn doen, kleintje,’ fluisterde Kane met zijn geest.

      Het was waar. Malachi zou niets of niemand kwaad doen tenzij hem op een of andere manier onrecht was aangedaan… en vooral geen kind. Kane voelde een sprankel leven in zijn binnenste terugkeren omdat hij wist dat zijn vriend zo dichtbij was. Hij werd kwaad toen het meisje weer gilde en hij iets hard op de grond hoorde neerkomen. Bloed… hij rook vers vergoten bloed dat door de zachte aarde in zijn richting sijpelde.

      Het was het zaligste dat hij ooit had ervaren. De geur overspoelde zijn geest en voerde hem bijna naar een nog diepere krankzinnigheid, hoewel hij wist dat hij niet zo ver zou geraken. Hij was te verzwakt door zoveel tijd doorgebracht te hebben zonder iets te drinken… stervend van de dorst zonder ooit dood te gaan. En op dat moment voelde hij een stuiptrekking in een van zijn vingers.

      Kane concentreerde zich hierop en probeerde om zich, met wat er nog van zijn geest restte, te bewegen. Hij voelde de dagen voorbijglijden en ging daarvoor af op de warmte van de grond die hem omringde. De geur van bloed was nu overal en dreef hem naar boven. Uiteindelijk was hij in staat om zijn armen langzaam te bewegen en begon het lange werk om zich uit zijn eigen graf te bevrijden.

      Nog meer dagen begonnen en eindigden en toen zijn hand zich eindelijk een weg door de bodem duwde, huilde hij letterlijk tranen van geluk. Kane trok zichzelf uit de modder, opende zijn ogen, keek naar boven en lachte bijna maniakaal toen hij de donkere hemel vol sterren zag. Toen hij terug naar de grond keek, zag hij een lapje stof met wat opgedroogde bloeddruppels. Hij raapte het op en hield het tegen zijn neus om de geur te inhaleren van het bloed dat hem had bevrijd.

      Met de herinnering van zijn redding stevig in zijn hand vastgeklemd, hief hij de rest van zijn lichaam uit de aarde. Malachi en de gedaanteverwisselaar, die in tegenstelling tot hem wel de vrouw van de jaguar had vermoord, lagen op amper een halve meter van zijn graf dood op de grond.

      Kane keek naar het bos achter hen. Hij wist dat het meisje al lang verdwenen was, maar iets overtuigde hem ervan dat zij zijn zielsverwante was. Wie anders

Скачать книгу