Скачать книгу

вы хотите?; welke sandwich – какой сэндвич; wilt u – вы хотите).

      Klant: Een kip-sandwich, alstublieft. (Куриный сэндвич, пожалуйста; een kip-sandwich – куриный сэндвич; alstublieft – пожалуйста).

      Bediening: Heeft u nog andere wensen? (У вас есть другие пожелания?; heeft u nog andere wensen – у вас есть другие пожелания).

      Klant: Nee, dat is alles. Dank u. (Нет, это все. Спасибо; nee – нет; dat is alles – это все; dank u – спасибо).

      Bediening: Wat doet u graag in uw vrije tijd? (Что вам нравится делать в свободное время?; wat doet u graag – что вам нравится делать; in uw vrije tijd – в ваше свободное время).

      Klant: Ik houd van lezen en wandelen. En u? (Я люблю читать и гулять. А вы?; ik houd van – я люблю; lezen en wandelen – читать и гулять; en u – а вы).

      Bediening: Ik ben dol op muziek. Ik speel gitaar in mijn vrije tijd. (Я обожаю музыку. Я играю на гитаре в свободное время; ik ben dol op muziek – я обожаю музыку; ik speel gitaar – я играю на гитаре; in mijn vrije tijd – в мое свободное время).

      Klant: Dat klinkt interessant! Welke soort muziek speelt u? (Звучит интересно! Какую музыку вы играете?; dat klinkt interessant – это звучит интересно; welke soort muziek speelt u – какую музыку вы играете).

      Bediening: Ik speel meestal rock en blues. (Я в основном играю рок и блюз; ik speel meestal – я играю в основном; rock en blues – рок и блюз).

      Klant: Dat is geweldig! Misschien kom ik een keer luisteren. (Это замечательно! Возможно, я приду послушать как-нибудь; dat is geweldig – это замечательно; misschien kom ik een keer luisteren – возможно, я приду послушать как-нибудь).

      Bediening: U bent altijd welkom. (Вы всегда добро пожаловать; u bent altijd welkom – вы всегда добро пожаловать).

      Диалог 14: Заказ десерта и обсуждение поездок

      Klant: Heeft u een dessertmenu? (У вас есть меню десертов?; heeft u – у вас есть; een dessertmenu – меню десертов).

      Bediening: Ja, hier is het dessertmenu. (Да, вот меню десертов; ja – да; hier is – вот; het dessertmenu – меню десертов).

      Klant: Dank u wel. Wat kunt u aanbevelen? (Спасибо. Что вы можете порекомендовать?; dank u wel – спасибо; wat kunt u aanbevelen – что вы можете порекомендовать).

      Bediening: Onze chocoladetaart is erg populair. (Наш шоколадный торт очень популярен; onze chocoladetaart – наш шоколадный торт; is erg populair – очень популярен).

      Klant: Dat klinkt goed. Ik neem een stuk chocoladetaart. (Звучит хорошо. Я возьму кусок шоколадного торта; dat klinkt goed – это звучит хорошо; ik neem een stuk chocoladetaart – я возьму кусок шоколадного торта).

      Bediening: Wilt u er nog iets bij drinken? (Хотите что-нибудь выпить?; wilt u er nog iets bij drinken – хотите что-нибудь выпить).

      Klant: Ja, ik wil graag een kop thee. (Да, я хотел бы чашку чая; ja – да; ik wil graag een kop thee – я хотел бы чашку чая).

      Bediening: Heeft u veel gereisd? (Вы много путешествовали?; heeft u veel gereisd – вы много путешествовали).

      Klant: Ja, ik hou van reizen. Mijn laatste reis was naar Spanje. (Да, я люблю путешествовать. Мое последнее путешествие было в Испанию; ik hou van reizen – я люблю путешествовать; mijn laatste reis – мое последнее путешествие; was naar Spanje – было в Испанию).

      Bediening: Spanje is prachtig. Wat vond u het leukst daar? (Испания прекрасна. Что вам там больше всего понравилось?; Spanje is prachtig – Испания прекрасна; wat vond u het leukst daar – что вам там больше всего понравилось).

      Klant: Ik vond de cultuur en het eten geweldig. (Мне очень понравилась культура и еда; ik vond de cultuur en het eten geweldig – мне очень понравилась культура и еда).

      Bediening: Dat klinkt fantastisch. Heeft u plannen om binnenkort weer te reizen? (Звучит фантастически. У вас есть планы на новые путешествия в ближайшее время?; dat klinkt fantastisch – это звучит фантастически; heeft u plannen om binnenkort weer te reizen – у вас есть планы на новые путешествия в ближайшее время).

      Klant: Ja, ik denk eraan om naar Italië te gaan. (Да, я думаю поехать в Италию; ja – да; ik denk eraan om naar Italië te gaan – я думаю поехать в Италию).

      Bediening: Italië is ook prachtig. Ik wens u een fijne reis! (Италия тоже прекрасна. Желаю вам хорошего путешествия!; Italië is ook prachtig – Италия тоже прекрасна; ik wens u een fijne reis – я желаю вам хорошего путешествия).

      Klant:

Скачать книгу