Скачать книгу

zelven eerst bestiert, wilt in u zelf genezen

      't Geen gij in andren meent bestraffelijk te wezen;

      Want als gij andren leert, en blijft van 't goede schuw,

      Zoo blijft een dobbel zonde en grover vlek in u.

      XXIII.

      DE KRAAI EN 'T SCHAAP

      De hongerige raaf, tot stelen altijd vlugge,

      Vloog 't witgewolde schaap op zijnen bonten173 rugge;

      Uitplukkende van 't vlies de wol gelijk verwoed,

      Doorpikt het blanke vel, en zuipt 't onnoosle bloed;

      Het lammeken lijdt smert, doet niet dan droevig blaren,

      Maar kan de vogel noch verschrikken noch vervaren.

      Dies het ten leste spreekt: "bloed-zuipende tyran!

      Gij zijt voorwaar op mij een dapper held en man;

      Op mij, onnoozel dier en weerloos heel met allen174!

      Maar, hebdy 't hert, bestaat den hond eens aan te vallen."

      De raaf wordt noch beweegd noch luistert naar die zang,

      Zuipt 't jonge lamren-bloed, gaat vlijtig haren gang.

      De klachten zijn vergeefs, vergeefs zijn al de tranen,

      Die voor een dwingeland uitstorten de onderdanen;

      Hij lacht in hun verdriet, hij groeit in hunne smert,

      En voedt met haren druk de blijdschap in zijn hert.

      XXIV.

      DE VOS EN DE BIJEN

      Den vos, in eenen strik geraakt in duizend lijen,

      Besprongen eenen zwerm van hommelende bijen;

      Die priemden175 hem alsins op 't heetste van den dag

      Конец ознакомительного фрагмента.

      Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

      Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.

      Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.

      1

      De eerste uitgave verscheen, in 1617, bij den uitgever van den Gulden Winkel, die onder ieder der "aardige afbeeldingen" waarmede zij "versierd" was, een "exempel uit de oude historiën", stelde (zie het slot der Voorreden). Sedert werd het boekjen herhaaldelijk herdrukt.

<

1

De eerste uitgave verscheen, in 1617, bij den uitgever van den Gulden Winkel, die onder ieder der "aardige afbeeldingen" waarmede zij "versierd" was, een "exempel uit de oude historiën", stelde (zie het slot der Voorreden). Sedert werd het boekjen herhaaldelijk herdrukt.

2

Nam. de vos.

3

uit zich zelf.

4

Gelijk gewoonlijk bij Vondel voor moest.

5

bijzondere.

6

Latinisme voor door de.

7

Thans hun.

8

Thans zij kunnen.

9

Thans niets.

10

Thans bij 't vuur.

11

Door (verg. 't Eng. by).

12

De maker der platen bij de afzonderlijke uitgaven (verg. ook die van Van Lennep.)

13

Germanisme voor onbeperkt.

14

Daar deze (naar Van Lenneps opmerking) blijkbaar niet van Vondel zelf, maar van Pers waren, zijn ze hier achterwege gelaten; de desbeluste lezer kan ze in zijne uitgave naslaan.

15

redelooze (verg. het Hoogd. unvernünftig.)

16

Voor stiert het.

17

Thans veroorlooft.

18

Thans wordt.

19

Thans verkort tot zon.

20

Versta: door menig voor meer dan Hemelsch geacht.

21

Ariadne, die Theseus, naar de oude legende, uit den doolhof op Creta (Candia) hielp.

22

Anders kluwen (verg. waarschouwen, stouwen, enz.)

23

Voor houde het.

24

Voor erken 't.

25

Voor zoo hij best mag (of kan.)

26

Voor bloemrijk in 't algemeen.

27

Thans zich zelf.

28

Rijmshalve, maar anders vrij oneigenlijk, voor met spoed.

29

Drinkt elkander toe; van 't Fransche à vous.

30

afscheid.

31

Voor Labyrinth, d.i. doolhof.

32

bevatting, inhoud.

33

Terecht herinnert Van Lennep hierbij aan den zoogenoemden Muzentempel op Hendrik Laurentz. Spiegel's Meerhuizen; waarover verg. Drost's bevallige schets in zijne Schetsen en Verhalen, bladz. 203.

34

Weder met verkeerden klemtoon voor Heraclítus, den bekenden diepzinnigen wijsgeer der oudheid, in de volksoverlevering tegenover den blijmoedigen Democritus gesteld.

35

Thans maan.

36

Gelijk reeds herhaaldelijk voor strand.

37

kunt gij.

38

werpen.

39

Stuurlieden der oude overlevering bij den tocht der Argonauten en dien naar Latium.

40

Stuurlieden der oude overlevering bij den tocht der Argonauten en dien naar Latium.

41

ziet gij.

42

opmaken van 't haar.

43

Netten tegen de zee-boeven of zee-schuimers gespannen.

44

vreeslijk (thans verkeerdelijk ijslijk gespeld; verg. vroeger.).

45

Thans uit zijn keel of hals.

46

kleverig.

47

pochen.

48

Thans kalkoenen (eig. kalikoensche of calicutsche haan of hen.)

49

Geheel naar de Nederlandsche spreektaal; de boekentaal onzer dagen zou meenen

Скачать книгу


<p>173</p>

Voor gepelsden; bont (naar Van Lennep's juiste opmerking) in denzelfden zin, als in bont- of pelswerker genomen.

<p>174</p>

Anders gansch en al, heelendal.

<p>175</p>

priemen en pramen, gelijk striemen en stramen.