ТОП просматриваемых книг сайта:
Het Urantia Boek. Urantia Foundation
Читать онлайн.Название Het Urantia Boek
Год выпуска 0
isbn 9789090111513
Автор произведения Urantia Foundation
Жанр Религия: прочее
Издательство Ingram
7:6.8 (88.6) De Eeuwige Zoon draagt niet alleen te allen tijde volmaakte kennis van de status, gedachten en veelvuldige activiteiten van alle orden der Paradijs-Zonen, maar hij draagt ook te allen tijde volmaakt kennis van alles van geestelijke waarde wat leeft in het hart van alle schepselen in de primaire centrale schepping in de eeuwigheid, en in de secundaire scheppingen in de tijd van de Schepper-Zonen die zijn gelijken zijn.
7. De allerhoogste openbaring van de Vader
7:7.1 (88.7) De Eeuwige Zoon is een volledige, exclusieve, universele en finale openbaring van de geest en de persoonlijkheid van de Universele Vader. Alle kennis van en informatie omtrent de Vader moet van de Eeuwige Zoon en diens Paradijs-Zonen komen. De Eeuwige Zoon is sinds de eeuwigheid, en is geheel en zonder geestelijke beperking één met de Vader. Wat goddelijke persoonlijkheid betreft zijn zij van dezelfde orde; in geestelijke natuur zijn zij gelijk; in goddelijkheid zijn zij identiek.
7:7.2 (89.1) Het karakter van God zou onmogelijk intrinsiek verbeterd kunnen worden in de persoon van de Zoon, want de goddelijke Vader is oneindig volmaakt, maar dit karakter en deze persoonlijkheid worden ten bate van de openbaring aan geschapen wezens in de Zoon versterkt en verduidelijkt, doordat het niet-persoonlijke en niet-geestelijke eraan ontnomen is. De Eerste Bron en Centrum is veel meer dan een persoonlijkheid, maar alle geest-kwaliteiten van de vader-persoonlijkheid van de Eerste Bron en Centrum zijn geestelijk aanwezig in de absolute persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon.
7:7.3 (89.2) De oorspronkelijke Zoon en diens Zonen hebben de taak op zich genomen om aan de ganse schepping een universele openbaring te schenken van de geestelijke en persoonlijke natuur van de Vader. In het centrale universum, de superuniversa, de plaatselijke universa en op de bewoonde planeten, is het steeds een Paradijs-Zoon die de Universele Vader aan mensen en engelen openbaart. De Eeuwige Zoon en zijn Zonen openbaren de weg waarlangs het schepsel de Universele Vader kan benaderen. En zelfs wij die van hoge oorsprong zijn, begrijpen de Vader veel vollediger, wanneer wij de openbaring van zijn karakter en persoonlijkheid bestuderen in de Eeuwige Zoon en in de Zonen van de Eeuwige Zoon.
7:7.4 (89.3) De Vader daalt als persoonlijkheid alleen tot u neer door de goddelijke Zonen van de Eeuwige Zoon. En gij bereikt de Vader langs dezelfde levende weg: ge klimt op tot de Vader onder geleide van deze groep goddelijke Zonen. Dit blijft waar, niettegenstaande het feit dat uw eigen persoonlijkheid een rechtstreekse schenking van de Universele Vader is.
7:7.5 (89.4) Vergeet bij al deze wijdverbreide activiteiten van het omvangrijke geestelijke bestuur van de Eeuwige Zoon niet, dat hij even waarlijk en actueel een persoon is als de Vader. Voor wezens die eens tot de orde der mensen hebben behoord, zal het inderdaad gemakkelijker zijn om de Eeuwige Zoon te benaderen dan de Universele Vader. In de voortgang van de pelgrims uit de tijd door de circuits van Havona zult ge competent zijn om de Zoon te bereiken lang voordat ge klaar zijt om de Vader te ontwaren.
7:7.6 (89.5) Ge zult meer van het karakter en de genadevolle natuur van de Eeuwige Zoon van barmhartigheid kunnen begrijpen wanneer ge de openbaring overdenkt van deze goddelijke eigenschappen, die in liefdevolle dienstbaarheid werd gedaan door uw eigen Schepper-Zoon, eens de Zoon des Mensen op aarde, nu de verheven soeverein van uw plaatselijk universum — de Zoon des Mensen en de Zoon van God.
7:7.7 (89.6) [Op schrift gesteld door een Goddelijk Raadsman die is aangewezen om deze verklaring, waarin de Eeuwige Zoon van het Paradijs wordt beschreven, te formuleren.]
Het Urantia Boek
<< Verhandeling 7 | Titels | Inhoudsopgave | Verhandeling 9 >>
Verhandeling 8
De Oneindige Geest
8:0.1 (90.1) VER terug in de eeuwigheid, wanneer de ‘eerste’ oneindige, absolute gedachte van de Universele Vader in de Eeuwige Zoon zulk een volmaakt, adequaat woord vindt voor haar goddelijke uitdrukking, volgt hierop het allerhoogst verlangen van de Gedachte-God en de Woord-God beiden naar een universele, oneindige agent die hen voor elkaar tot uitdrukking kan brengen en voor hen gezamenlijk kan handelen.
8:0.2 (90.2) In de dageraad der eeuwigheid komen zowel de Vader als de Zoon tot het oneindige besef dat zij onderling van elkaar afhankelijk zijn, dat zij eeuwig, absoluut één zijn, en daarom gaan zij een oneindig, eeuwigdurend verbond aan van goddelijk deelgenootschap. Deze nimmer eindigende overeenkomst wordt gesloten ter uitvoering van hun verenigde ideeën overal in de cirkelgang der eeuwigheid, en sinds deze gebeurtenis in de eeuwigheid zijn de Vader en de Zoon immer in deze goddelijke verbintenis verenigd.
8:0.3 (90.3) Wij staan nu van aangezicht tot aangezicht met de eeuwigheidsoorsprong van de Oneindige Geest, de Derde Persoon der Godheid. Op hetzelfde ogenblik dat God de Vader en God de Zoon gezamenlijk een identieke, oneindige handeling concipiëren — de uitvoering van een absoluut gedachte-plan — komt de Oneindige Geest volwassen tot aanzijn.
8:0.4 (90.4) Wanneer ik de volgorde in de oorsprong der Godheden zo verhaal, doe ik dit alleen om u in staat te stellen na te denken over hun onderlinge verhouding. In werkelijkheid bestaan zij alle drie sinds de eeuwigheid: zij zijn existentieel. Zij zijn zonder begin of einde der dagen: zij zijn gelijk, allerhoogst, ultiem, absoluut en oneindig. Zij zijn, zijn altijd geweest, en zullen immer zijn. En zij zijn drie afzonderlijk geïndividualiseerde, maar eeuwig geassocieerde personen: God de Vader, God de Zoon, en God de Geest.
1. De God van handeling
8:1.1 (90.5) In de eeuwigheid van het verleden wordt met de personalisering van de Oneindige Geest de goddelijke persoonlijkheidscyclus volmaakt en volledig. De God van Handeling is existent, en het enorme toneel van de ruimte is gereed voor het ontzagwekkende drama der schepping — het avontuur van het universum — het goddelijke panorama van de eeuwige tijdperken.
8:1.2 (90.6) De eerste daad van de Oneindige Geest is het aanzien en herkennen van zijn goddelijke ouders, de Vader-Vader en de Moeder-Zoon. Hij, de Geest, identificeert hen beiden onvoorwaardelijk. Hij is geheel bekend met hun afzonderlijke persoonlijkheden en hun oneindige eigenschappen en ook hun gecombineerde natuur en verenigde functie. Vervolgens belooft de Derde Persoon der Godheid, met transcendente bereidheid en inspirerende spontaneïteit, eeuwige trouw aan God de Vader en erkent hij eeuwige afhankelijkheid van God de Zoon, ondanks zijn gelijkheid met de Eerste en Tweede Persoon.
8:1.3 (90.7) Inherent aan de natuur van deze verrichting, en in onderlinge erkenning van de onafhankelijkheid van ieders persoonlijkheid en de executieve eenheid van hen gedrieën, komt de cyclus der eeuwigheid tot stand. De Paradijs-Triniteit bestaat. Het toneel van de universele ruimte staat gereed voor het gelede, nimmer-eindigende panorama van de creatieve ontvouwing van het voornemen van de Universele Vader, door de persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon en door de uitvoering van de God van Handeling, de instantie die de realiteitsverrichtingen van het Vader-Zoon schepper-deelgenootschap ten uitvoer brengt.
8:1.4 (91.1) De God van Handeling functioneert en de dode gewelven der ruimte zijn in beweging. Een miljard volmaakte hemellichamen komt in een flits tot aanzijn. Voorafgaand aan dit hypothetische