ТОП просматриваемых книг сайта:
Het Urantia Boek. Urantia Foundation
Читать онлайн.Название Het Urantia Boek
Год выпуска 0
isbn 9789090111513
Автор произведения Urantia Foundation
Жанр Религия: прочее
Издательство Ingram
6:5.2 (77.5) De Eeuwige Zoon doordringt het potentieel van geest dat inherent is aan de oneindigheid van het Godheid-Absolute niet persoonlijk, maar naargelang dit potentieel actueel wordt, komt het in de almachtige greep van het geest-zwaartekrachtcircuit van de Zoon.
6:5.3 (77.6) Persoonlijkheid wordt uitsluitend geschonken door de Universele Vader. De Eeuwige Zoon ontleent persoonlijkheid aan de Vader, maar hij verleent zonder de Vader geen persoonlijkheid. De Zoon roept een enorme schare geesten in het leven, maar deze uit hem voortgesproten wezens zijn geen persoonlijkheden. Wanneer de Zoon persoonlijkheid schept, doet hij dit in vereniging met de Vader of met de Vereend Handelende Schepper die voor de Vader kan optreden in zulke betrekkingen. De Eeuwige Zoon is aldus een mede-schepper van persoonlijkheden, maar hij verleent aan geen enkel wezen persoonlijkheid, en uit zichzelf, alleen, schept hij nooit persoonlijke wezens. Deze beperking in zijn handelen ontneemt de Zoon echter niet het vermogen om alle mogelijke soorten niet-persoonlijke werkelijkheid te scheppen.
6:5.4 (77.7) De Eeuwige Zoon is beperkt in het overdragen van zijn schepper-prerogatieven. Toen de Vader de Oorspronkelijke Zoon vereeuwigde, verleende hij deze de macht en het voorrecht om daarna samen met de Vader de goddelijke daad te verrichten van het voortbrengen van meer Zonen die creatieve eigenschappen bezitten, en dit hebben zij gedaan en doen zij nog. Maar wanneer deze mede-Zonen zijn voortgebracht, zijn de schepper-prerogatieven blijkbaar niet verder overdraagbaar. De Eeuwige Zoon draagt de vermogens die tot het wezen van een schepper behoren alleen over aan de eerste of rechtstreekse personalisatie. Wanneer de Vader en de Zoon zich verenigen om een Schepper-Zoon te personaliseren, bereiken zij derhalve hun doel, maar de Schepper-Zoon die op deze wijze tot aanzijn wordt geroepen, is nooit in staat de prerogatieven van het schepper-zijn over te dragen op, of te delegeren aan, de verschillende orden van Zonen die hij daarna kan scheppen, ondanks het feit dat er in de hoogste Zonen van een plaatselijk universum wel een zeer beperkte weerspiegeling van de creatieve attributen van een Schepper-Zoon aan de dag treedt.
6:5.5 (78.1) Als een oneindig en uitsluitend persoonlijk wezen, kan de Eeuwige Zoon geen fragmenten van zijn natuur afscheiden, hij kan geen geïndividualiseerde delen van zijn zelfheid aan andere entiteiten of personen schenken, zoals de Universele Vader en de Oneindige Geest dit doen. Maar de Zoon kan zichzelf wel schenken als een onbegrensde geest, waarin de ganse schepping wordt gebaad en die voortdurend alle geest-persoonlijkheden en alle geestelijke werkelijkheden tot zich trekt. En dit doet hij inderdaad.
6:5.6 (78.2) Houdt steeds in gedachten dat de Eeuwige Zoon de persoonlijke uitbeelding van de geest-Vader is voor de ganse schepping. De Zoon is persoonlijk en niet anders dan persoonlijk, in de Godheid-zin: zulk een goddelijke, absolute persoonlijkheid kan niet in delen worden ontbonden of gefragmenteerd. God de Vader en God de Geest zijn waarlijk persoonlijk, maar naast het feit dat zij zulke Godheid-persoonlijkheden zijn, zijn zij ook nog al het andere.
6:5.7 (78.3) Ofschoon de Eeuwige Zoon niet persoonlijk kan participeren in het verlenen van de Gedachtenrichters, heeft hij in het eeuwige verleden wel met de Vader beraadslaagd, en toen de Vader bij het ontwerpen van het plan om Gedachtenrichters te verlenen, aan de Zoon voorstelde, ‘Laat ons de sterfelijke mens maken naar ons eigen beeld,’ heeft de Zoon dit plan goedgekeurd en de Vader zijn eindeloze medewerking toegezegd. En zoals het geest-fragment van de Vader in u woont, zo omhult u de geestelijke tegenwoordigheid van de Zoon, terwijl deze twee voor immer als één arbeiden ten behoeve van uw geestelijke vooruitgang.
6. Het geest-bewustzijn
6:6.1 (78.4) De Eeuwige Zoon is geest en heeft bewustzijn, maar niet een bewustzijn of een geest die het sterfelijke verstand kan begrijpen. De sterfelijke mens neemt bewustzijn waar op de eindige, kosmische, materiële en persoonlijke niveaus. De mens bespeurt ook bewustzijnsverschijnselen in levende organismen die op het subpersoonlijke (dierlijke) niveau functioneren, maar het is moeilijk voor hem om de natuur van bewustzijn te begrijpen wanneer het is verbonden met bovenmateriële wezens en wanneer het deel uitmaakt van persoonlijkheden die uitsluitend geest zijn. Bewustzijn moet echter verschillend worden gedefinieerd wanneer het verwijst naar het bestaansniveau van geest, dan wanneer de term wordt gebruikt om geest-functies van de intelligentie aan te duiden. Het soort bewustzijn dat rechtstreeks verbonden is met geest, is noch vergelijkbaar met het bewustzijn dat geest en materie coördineert, noch met het bewust-zijn dat alleen verbonden is met de materie.
6:6.2 (78.5) Geest is altijd bewust, denkend, en en in het bezit van gevarieerde fasen van identiteit. Zonder bewustzijn in een of andere fase zou er geen geestelijke bewustzijnheid bestaan in de broederschap van geest-wezens. Het equivalent van bewustzijn, het vermogen om te kennen en gekend te worden, is eigen aan Godheid. Godheid kan persoonlijk zijn, voorpersoonlijk, bovenpersoonlijk, of onpersoonlijk, maar Godheid is nimmer zonder bewustzijn, dat wil zeggen, nooit zonder het vermogen om op zijn minst te communiceren met soortgelijke entiteiten, wezens, of persoonlijkheden.
6:6.3 (78.6) Het bewustzijn van de Eeuwige Zoon is als dat van de Vader, maar anders dan ieder ander bewustzijn in het universum, en samen met het bewustzijn van de Vader is het de voorzaat van de zo verschillende en wijdverbreide soorten bewustzijn van de Vereende Schepper. Het bewustzijn van de Vader en de Zoon, het intellect waaruit het absolute bewustzijn van de Derde Bron en Centrum stamt, wordt misschien het best geïllustreerd met het voorbewustzijn van een Gedachtenrichter, want ofschoon deze Vaderfragmenten geheel buiten de bewustzijnscircuits van de Vereend Handelende Geest zijn, bezitten zij wel een zekere vorm van voorbewustzijn: zij kennen evenals zij gekend worden; zij kennen het equivalent van menselijk denken.
6:6.4 (78.7) De Eeuwige Zoon is geheel geestelijk, de mens is bijna geheel materieel; derhalve zal veel van wat betrekking heeft op de geest-persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon, op zijn zeven geestelijke werelden die het Paradijs omringen, en op de natuur van de onpersoonlijke scheppingen van de Paradijs-Zoon, moeten wachten tot ge de status van geest hebt bereikt, die volgt op het volbrengen van de morontia-opklimming in het plaatselijk universum Nebadon. Als ge vervolgens het superuniversum doorloopt en verder gaat naar Havona, zullen veel van deze in de geest verborgen mysteriën duidelijk worden, naargelang ge het ‘bewustzijn van de geest’ — geestelijk inzicht — begint te ontvangen.
7. De persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon
6:7.1 (79.1) De Eeuwige Zoon is die oneindige persoonlijkheid uit wiens niet-gekwalificeerde persoonlijkheidsboeien de Universele Vader is ontkomen door de methode van trinitisatie, en krachtens welke hij zich sindsdien in eindeloze overdaad steeds is blijven schenken aan zijn immer uitdijende universum van Scheppers en schepselen. De Zoon is absolute persoonlijkheid; God is vader-persoonlijkheid — de oorsprong van persoonlijkheid, de schenker van persoonlijkheid, de oorzaak van persoonlijkheid. Ieder persoonlijk wezen ontleent zijn persoonlijkheid aan de Universele Vader, zoals ook de Oorspronkelijke Zoon eeuwig zijn persoonlijkheid ontleent aan de Paradijs-Vader.
6:7.2 (79.2) De persoonlijkheid van de Paradijs-Zoon is absoluut en zuiver geestelijk, en deze absolute per- soonlijkheid is ook het goddelijke, eeuwige patroon van de persoonlijkheid die de Vader in de eer- ste plaats aan de Vereend Handelende Geest heeft geschonken, en vervolgens, van de persoonlijk- heid die aan zijn ontelbare schepselen overal in het wijdverbreide universum wordt geschonken.
6:7.3 (79.3) De Eeuwige Zoon is waarlijk een barmhartige dienaar, een goddelijke geest, een geestelijke kracht, en een werkelijke persoonlijkheid. De Zoon is de geestelijke, persoonlijke natuur van God, manifest gemaakt voor de universa — de som en het wezen van de Eerste Bron en Centrum, ontdaan van al hetgeen niet-persoonlijk, buiten-goddelijk, niet-geestelijk en zuiver potentieel is. Maar het is onmogelijk aan het menselijke bewustzijn in woorden een beeld over te brengen van de schoonheid en grootsheid van de hemelse persoonlijkeid van de Eeuwige Zoon. Al hetgeen de Universele Vader gewoonlijk versluiert, werkt bijna even sterk als belemmering voor de conceptuele onderkenning van de Eeuwige Zoon. Ge zult moeten wachten tot ge het Paradijs bereikt, en dan zal het u duidelijk worden waarom ik niet in staat ben geweest het karakter van deze absolute persoonlijkheid zo uit