Скачать книгу

“Het verandert ook niets aan het feit dat we hier zijn om je te helpen. We willen degene die je moeder dit heeft aangedaan graag vinden. Jij niet?”

      Het was een lange tijd stil. Toen knikte hij eindelijk terug.

      “Denk je dat je nu even met me kunt praten?” vroeg Mackenzie. “Alleen een paar snelle vragen en dan gaan we weer weg.”

      “En wat gebeurd daarna?” Vroeg Kevin waakzaam.

      “Eerlijk antwoord?”

      Kevin knikte en ze zag dat hij bijna in huilen uitbarstte. Ze vroeg zich af of hij ze al die tijd had tegengehouden in een poging sterk te zijn voor zijn broer en zijn tante.

      “Nou, nadat we zijn vertrokken bellen we alle informatie die we hebben door naar het bureau en daarna zal de Sociale Dienst komen om kijken of jullie tante Jennifer voor jullie kan zorgen totdat alles voor je moeder geregeld is en er een definitieve regeling komt.”

      “Meestal is ze wel cool,” zei Kevin, kijkend naar Jennifer. “Mama en haar waren heel close. Zoals beste vrienden.”

      “Zo zijn zussen,” zei Mackenzie, zonder te weten of het waar was of niet. “Maar voor nu wil ik je vragen of je je op mijn vragen kunt concentreren. Kan je dat doen?”

      “Ja.”

      “Goed. Nu, ik haat het om je dit te vragen maar het is soort van noodzakelijk. Weet jij wat je moeder voor haar werk heeft gedaan?”

      Kevin knikte terwijl hij zijn blik op de vloer richtte.

      “Ja,” zei hij. “En ik weet niet hoe, maar de kinderen op school weten het ook. Iemand's geile vader ging waarschijnlijk naar de club en zag haar en herkende haar van een ouderavond of zoiets. Het is klote. Ik wordt er de hele tijd mee gepest.”

      Mackenzie kon zich dat soort kwelling niet voorstellen, maar het maakte haar respect voor Hailey Lizbrook nog veel groter. Ze mocht zich dan wel 's nachts voor geld uitkleden, maar overdag was ze blijkbaar een moeder die erg bij haar kinderen betrokken was.

      “Oké,” zei Mackenzie. “Dus je wist wat voor werk ze deed. Dan kun je je ook voorstellen wat voor soort mannen naar die plaatsen gaan, toch?”

      Kevin knikte en Mackenzie zag de eerste traan over zijn linker wang glijden. Ze wilde haar hand uitsteken en de zijne pakken als een teken van troost, maar ze wilde hem niet afleiden.

      “Ik wil dat je erover nadenkt of je moeder misschien ooit van streek of boos was over iets dat op haar werk gebeurd was. Ik wil dat je ook nadenkt over mannen die misschien ... nou ja, mannen die met haar mee naar huis zijn gegaan.”

      “Ze bracht nooit iemand mee naar huis.” zei hij. “En ik zag mama bijna nooit boos of verdrietig. De enige keer dat ik haar boos zag worden, was toen ze vorig jaar met die advocaten te maken had.”

      “Advocaten?” vroeg Mackenzie. “Weet je waarom ze met advocaten sprak?”

      “Soort van. Ik weet dat er op een avond iets gebeurde op het werk en daarom moest ze met een paar advocaten praten. Ik hoorde stukjes en beetjes van het gesprek toen ze aan de telefoon was. Ik ben er vrij zeker van dat ze over een straatverbod sprak.”

      “En jij denkt dat dit te maken had met waar ze werkte?”

      “Ik weet het niet zeker,” zei Kevin. Hij leek een beetje op te knappen toen hij het gevoel kreeg dat hij iets had gezegd dat zou kunnen helpen. “Maar dat denk ik.”

      “Dat zal ons zeker verder helpen, Kevin,” zei Mackenzie. “Is er nog iets anders dat je kunt bedenken?”

      Hij schudde langzaam zijn hoofd en keek daarna Mackenzie recht in haar ogen. Hij probeerde sterk te blijven maar er was zoveel verdriet in de ogen van de jongen dat Mackenzie geen idee had waarom hij nog niet was ingestort.

      “Mama schaamde zich ervoor, weet je?” zei Kevin. “Ze werkte overdag wat thuis. Ze was een soort van technische schrijfster, die websites maakte en zo. Maar ik denk niet dat ze er veel geld mee verdiende. Ze deed het andere om meer geld te verdienen, omdat onze vader ... nou, ze zijn lang geleden uit elkaar gegaan. Hij stuurt nooit meer geld. Dus mam ... ze moest deze andere baan wel nemen. Ze deed het voor mij en Dalton en ... “

      “Ik weet het,” zei Mackenzie, en deze keer reikte ze naar hem uit. Ze legde haar hand op zijn schouder en hij leek dit te waarderen. Ze zag ook dat hij heel graag wilde huilen, maar dat hij dat waarschijnlijk niet zou toelaten omdat er vreemden bij waren.

      “Rechercheur Porter,” zei Mackenzie, Hij verscheen in de deuropening van de keuken en staarde haar aan. “Heb jij nog vragen?” Terwijl ze dit vroeg schudde ze subtiel haar hoofd, in de hoop dat hij de hint zou begrijpen.

      “Nee, ik denk dat we hier wel klaar zijn,” zei Porter.

      “Oké,”zei Mackenzie. “Nogmaals jongens, heel erg bedankt voor jullie tijd.”

      “Ja, bedankt,” zei Porter en liep naar Mackenzie in de woonkamer. “Jennifer, je hebt de mijn nummer dus als je iets kunt bedenken dat ons kan helpen, aarzel dan niet om te bellen. Zelfs het kleinste detail kan nuttig zijn.”

      Jennifer knikte en antwoordde schor: “Bedankt.”

      Mackenzie en Porter verlieten het pand en liepen de houten trap af die naar de parkeerplaats van het appartementencomplex leidde. Toen ze zich op een veilige afstand van het appartement bevonden, ging Mackenzie dichter bij Porter lopen. Ze voelde de immense woede als hitte van hem afkomen, maar negeerde het.

      “Ik heb iets ontdekt wat ons kan helpen,” zei ze. “Kevin zegt dat zijn moeder vorig jaar bezig was een straatverbod aan te vragen tegen iemand van haar werk. Hij zei dat het de enige keer was dat hij haar ooit zichtbaar boos of overstuur had gezien over iets.”

      “Goed,” zei Porter. “Dat betekent dat er iets goeds kwam nadat mij ondermijnde.”

      “Ik heb je niet ondermijnd,” zei Mackenzie. “Ik zag de situatie tussen jou en de oudste zoon verslechteren, dus ik stapte gewoon in om het op te lossen.”

      “Onzin,” zei Porter. “Je maakte me belachelijk voor die kinderen en hun tante.”

      “Dat is niet waar,” zei Mackenzie. “En zelfs al was dat zo, wat maakt het uit? Je sprak met die kinderen alsof het idioten waren die de Engelse taal nauwelijks konden verstaan.”

      “Je acties waren een duidelijk teken van respectloosheid,” zei Porter. “Laat me je eraan herinneren dat ik dit werk al langer doe dan dat jij op deze aarde rondloopt. Als ik je hulp nodig heb zal ik het je verdomme wel vragen.”

      “Je had het gesprek al beëindigd, Porter,” antwoordde ze. “Het was al afgelopen, weet je nog? Er viel niets meer te ondermijnen. Je was al bijna de deur uit. Dat waren jouw woorden. En het was een verkeerde beslissing.”

      Ze hadden de auto bereikt en toen Porter hem ontgrendelde, keek hij over het dak, zijn ogen brandend in die van Mackenzie.

      “Als we terugkomen op het bureau ga ik naar Nelson en dien ik een verzoek in tot overplaatsing. Ik ben helemaal klaar met dit gebrek aan respect.

      “Disrespect,” zei Mackenzie, haar hoofd schuddend. “Je weet niet eens wat dat woord betekent. Waarom begin je niet eens met je af te vragen waarom je me zo behandelt.”

      Porter slaakte een vermoeide zucht en stapte in de auto, zonder nog iets te zeggen.

      Mackenzie besloot om de gespannen stemming van Porter te negeren en stapte ook in.

      Ze keek achterom naar het appartement en vroeg zich af of Kevin zichzelf had toegestaan ​​te huilen. Gelet op de omstandigheden leek de gespannen situatie tussen haar en Porter ineens niet meer zo belangrijk.

      “Wil jij het melden?” vroeg Porter pissig omdat hij op zijn nummer was gezet.

      “Ja,” zei ze, en pakte haar telefoon. Terwijl ze het nummer van Nelson zocht, kon ze niet ontkennen dat een gevoel van tevredenheid in haar omhoog kwam. Een jaar geleden was er een straatverbod aangevraagd en

Скачать книгу