Скачать книгу

      HOOFDSTUK DRIE

      HOOFDSTUK VIER

      HOOFDSTUK VIJF

      HOOFDSTUK ZES

      HOOFDSTUK ZEVEN

      HOOFDSTUK ACHT

      HOOFDSTUK NEGEN

      HOOFDSTUK TIEN

      HOOFDSTUK ELF

      HOOFDSTUK TWAALF

      HOOFDSTUK DERTIEN

      HOOFDSTUK VEERTIEN

      HOOFDSTUK VIJFTIEN

      HOOFDSTUK ZESTIEN

      HOOFDSTUK ZEVENTIEN

      HOOFDSTUK ACHTTIEN

      HOOFDSTUK NEGENTIEN

      HOOFDSTUK TWINTIG

      HOOFDSTUK EENENTWINTIG

      HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG

      HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG

      HOOFDSTUK VIERENTWINTIG

      HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG

      HOOFDSTUK ZESENTWINTIG

      HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG

      HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG

      HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG

      HOOFDSTUK DERTIG

      HOOFDSTUK EENENDERTIG

      HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG

      HOOFDSTUK DRIEËNDERTIG

      “Er is een land waar ooit voedsel groeide—maar de plek veranderde en leek op vuur. Het was een plek waar stenen saffieren waren, en het had stof van goud.”

      “Het paard lacht om angst, bang voor niets; hij deinst niet terug voor het zwaard. Hij kan niet stilstaan wanneer de trompet klinkt. Bij het klinken van de trompet snuift hij: ‘Hoera!’

      -- Het Boek Job

      HOOFDSTUK ÉÉN

      De dolk in Reece’ hand boorde zich in Tirus’ borst, en Reece verstijfde. Alles leek in slow motion te bewegen. Alles werd wazig. Hij had zojuist zijn grootste vijand gedood, de man die verantwoordelijk was voor Selese’ dood. En dat gaf Reece een enorm bevredigend gevoel. Eindelijk had hij wraak.

      Maar tegelijkertijd voelde hij dat het niet lang meer zou duren voor hij zelf de dood in de ogen zou kijken. De ruimte was gevuld met Tirus’ mannen, die allemaal getuige waren van de moord. Reece zette zich schrap voor de dood. Toch had hij geen spijt. Hij was dankbaar voor het feit dat hij de kans had gekregen deze man te doden, deze man die het lef had gehad om te denken dat Reece ooit zijn verontschuldigingen zou aanbieden.

      Reece wist dat de dood onvermijdelijk was; de enige mensen in de ruimte die aan zijn kant stonden waren Matus en Srog. Srog was gewond en vastgebonden met touwen, en Matus stond naast hem, onder het toeziend oog van de soldaten. Ze zouden weinig uit kunnen halen tegen het leger van Hoge Eilanders.

      Maar voor Reece zou sterven, wilde hij zijn wraak compleet maken en zoveel mogelijk Hoge Eilanders uitschakelen als hij kon.

      Tirus zakte voor Reece’ voeten in elkaar, dood, en Reece aarzelde geen seconde: hij trok zijn dolk terug, draaide om zijn as en sneed Tirus’ generaal, die naast hem stond, zijn keel door; in dezelfde beweging stak hij een andere generaal in zijn hart.

      Terwijl de mensen in de ruimte begonnen te beseffen wat er gebeurde, bewoog Reece sneller dan ooit. Hij trok de zwaarden uit de schedes van de twee dode generaals, en stormde op de groep soldaten tegenover hem af. Hij had vier van hen gedood voordat ze ook maar de kans hadden gehad om te reageren.

      Honderden krijgers kwamen van alle kanten op hem af. Reece putte kracht uit zijn training bij de Krijgsmacht, uit alle keren dat hij gedwongen was geweest om tegen grote groepen te vechten. Terwijl ze hem omsingelden, tilde hij zijn zwaard met beide handen op. Hij werd niet bezwaard door een wapenrusting, zoals de andere mannen, of door een riem vol met wapens, of door een schild; hij was lichter en sneller dan hen allemaal, hij was woedend, hij was in een hoek gedreven. En hij vocht voor zijn leven.

      Reece vocht dapper, sneller dan hen allemaal. Hij herinnerde zich alle keren dat hij had gespard met Thor, de beste vechter waar hij ooit tegen had gevochten. Hij schakelde de ene na de andere soldaat uit, en zijn zwaard kletterde tegen de zwaarden van de anderen. De vonken spatten alle kanten op. Hij zwaaide tot zijn armen zwaar werden, en wist nog een tiental mannen uit te schakelen voor ze zelfs maar met hun ogen konden knipperen.

      Maar er bleven steeds meer mannen toestromen. Ze waren simpelweg met teveel. Voor elke zes man die hij uitschakelde, verschenen er twaalf meer. En ze vielen hem van alle kanten tegelijk aan. Reece, buiten adem, voelde hoe een zwaard zijn arm sneed, en hij schreeuwde het uit terwijl het bloed van zijn biceps droop. Hij draaide om zijn as en stak de man in zijn ribben, maar het kwaad was al geschied. Hij was gewond nu, en er bleven mannen bij komen. Hij wist dat zijn tijd gekomen was.

      Hij was in ieder geval dankbaar dat hij ten onder kon gaan in een daad van moed.

      “REECE!”

      Er klonk een schreeuw, een schreeuw die Reece onmiddellijk herkende.

      De schreeuw van een vrouw.

      Reece’ lichaam werd gevoelloos toen hij zich realiseerde wiens stem het was. Het was de stem van de enige vrouw ter wereld die nog zijn aandacht kon trekken, zelfs in het heetst van de strijd, zelfs nu hij op het punt stond te sterven:

      Stara.

      Reece keek op en zag haar staan op de houten tribune aan de zijkant van de ruimte. Ze stond hoog boven de menigte, een onstuimige blik in haar ogen, de aderen in haar hals zichtbaar terwijl ze naar hem schreeuwde. Ze hield een boog vast, en hij zag hoe ze hem spande en richtte op een touw aan de andere kant van de ruimte.

      Reece volgde haar blik, en besefte waar ze op mikte: een dik touw, vijftien meter lang, waaraan een enorme metalen kroonluchter hing. Het touw was aan de andere kant verbonden met een ijzeren haak, die in de stenen vloer vast zat. De armatuur was zo dik als een boomstam, en er stonden enkele honderden brandende kaarsen op.

      Reece besefte dat Stara op het touw mikte. Als ze hem zou raken, zou de kroonluchter naar beneden vallen—en de helft van de mannen in de ruimte verpletteren. Reece keek op, en zag dat hij recht onder de kroonluchter stond.

      Ze wilde hem waarschuwen.

      Reece’ hart bonsde van paniek terwijl hij zich omdraaide, zijn zwaard liet zakken en zich een weg tussen zijn aanvallers door baande, in de hoop uit de weg te komen voor de kroonluchter zou vallen. Hij barstte door de groep soldaten heen en deelde links en rechts ellebogen en kopstoten uit. Reece herinnerde zich dat Stara een geweldige schutter was—ze was altijd al beter geweest dan de jongens—en hij wist dat ze niet zou missen. Ondanks het feit dat hij niet achterom kon kijken, vertrouwde hij haar. Hij wist dat ze het touw zou raken.

      Een seconde later hoorde Reece het geluid van een pijl die door de lucht zeilde, gevolgd door het geluid van een knappend touw, en het geluid van een massief stuk ijzer dat op volle snelheid naar beneden viel. Er volgde een luide klap. De hele ruimte trilde, en Reece verloor zijn balans. Hij voelde de wind in zijn rug. De kroonluchter miste hem op slechts enkele centimeters terwijl hij op zijn handen en knieën op de stenen vloer viel.

      Reece hoorde het geschreeuw van mannen. Hij keek over zijn schouder en zag de schade die Stara had aangericht: tientallen mannen waren onder het gewicht van de kroonluchter bezweken. Er lag overal bloed. Ze had zijn leven gered.

      Reece krabbelde overeind. Hij zocht Stara, en zag dat zij nu in gevaar was. Enkele mannen kwamen op haar af gestormd, en terwijl ze haar boog spande, wist hij dat ze slechts een beperkt aantal pijlen zou kunnen afvuren voor ze bij haar waren.

      Ze draaide zich om en wierp een nerveuze blik op de deur. Maar Reece’ hart viel toen hij tientallen van Tirus’ mannen naar de twee dubbele deuren zag stormen. Ze blokkeerden ze met een dikke

Скачать книгу