Скачать книгу

VIER

       HOOFDSTUK VIJF

       HOOFDSTUK ZES

       HOOFDSTUK ZEVEN

       HOOFDSTUK ACHT

       HOOFDSTUK NEGEN

       HOOFDSTUK TIEN

       HOOFDSTUK ELF

       HOOFDSTUK TWAALF

       HOOFDSTUK DERTIEN

       HOOFDSTUK VEERTIEN

       HOOFDSTUK VIJFTIEN

       HOOFDSTUK ZESTIEN

       HOOFDSTUK ZEVENTIEN

       HOOFDSTUK ACHTTIEN

       HOOFDSTUK NEGENTIEN

       HOOFDSTUK TWINTIG

       HOOFDSTUK EENENTWINTIG

       HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG

       HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG

       HOOFDSTUK VIERENTWINTIG

       HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG

       HOOFDSTUK ZESENTWINTIG

       HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG

       HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG

       HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG

       HOOFDSTUK DERTIG

       HOOFDSTUK EENENDERTIG

       HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG

       HOOFDSTUK DRIEËNDERTIG

       HOOFDSTUK VIERENDERTIG

       HOOFDSTUK VIJFENDERTIG

       HOOFDSTUK ZESENDERTIG

      “Mijn eer is mijn leven, beiden groeien als één.

      Ontneem mij mijn eer, en mijn leven is gedaan.”

      --William Shakespeare

      Richard II

      HOOFDSTUK ÉÉN

      Gwendolyn zette zich schrap tegen de koude windvlagen terwijl ze haar eerste stap zette op de gewelfde loopbrug van de Noordelijke Oversteek van het Ravijn. Deze gammele brug, die bedekt was met ijs, bestond uit niets meer dan versleten houten planken en touw, en leek nauwelijks in staat om hen te houden. Gwen kromp ineen.

      Gwen gleed uit en greep de reling vast, die wild heen en weer zwaaide. Haar hart viel toen ze zich realiseerde dat deze flinterdunne brug de enige manier was om de noordelijke kant van het Ravijn over te steken, de Onderwereld te betreden en Argon te vinden. Ze keek op. In de verte zag ze de Onderwereld liggen, als een deken van verblindende sneeuw. Het deed de oversteek alleen maar nog onheilspellender lijken.

      Er kwam een plotselinge windvlaag, en het touw begon zo hevig heen en weer te zwaaien dat Gwendolyn met beide handen de reling vastgreep en zich op haar knieën liet vallen. Even wist ze niet of ze zich wel vast zou kunnen houden—laat staan dat ze de brug zou kunnen oversteken. Ze besefte dat dit veel gevaarlijker was dan ze had gedacht, en dat ze allemaal hun leven moesten wagen om het te proberen.

      “Mijn vrouwe?” klonk een stem.

      Gwen draaide zich om en zag Aberthol een paar meter verderop staan, naast Steffen, Alistair en Krohn, die wachtten tot ze haar konden volgen. Ze vormden een onwaarschijnlijk groep met zijn vijven, hier op het randje van de wereld, met een onzekere toekomst en een zeer waarschijnlijke dood.

      “Moeten we echt oversteken?” vroeg hij.

      Gwendolyn keek uit over het besneeuwde landschap en trok haar vachten dichter om haar schouders heen. Stiekem wilde ze de brug niet oversteken; ze wilde deze reis helemaal niet maken. Ze zou zich veel liever terugtrekken in de veiligheid van haar oude thuis in het Koninklijk Hof, en zich bij het vuur nestelen, en niet nadenken over de gevaren en zorgen van de wereld die haar, sinds ze koningin was geworden, hadden overspoeld.

      Maar dat kon ze natuurlijk niet. Het Koninklijk Hof was niet meer; haar jeugd was weg; en ze was nu Koningin. Ze was in verwachting van een baby, haar aanstaande man was daar ergens, en haar mensen hadden haar nodig. Ze zou voor Thorgrin door het vuur gaan als het moest. Gwen wist dat dit nodig was. Niet alleen zij en Thor, maar de hele Ring had Argon nodig. Ze moesten het niet alleen opnemen tegen Andronicus, maar ook tegen een krachtige magie, krachtig genoeg om Thor gevangen te houden, en zonder Argon zou ze niet weten hoe ze die moest overwinnen.

      “Ja,” antwoordde ze. “We moeten.”

      Gwen wilde weer een stap nemen, en deze keer rende Steffen naar voren, die haar de weg versperde.

      “Mijn vrouwe, laat mij alstublieft eerst gaan,” zei hij. “We weten niet wat voor verschrikkingen ons op deze brug te wachten staan.”

      Gwendolyn was geraakt door zijn aanbod, maar ze duwde hem zachtjes opzij.

      “Nee,” zei ze. “Ik ga.”

      Ze wilde niet langer wachten en deed een stap naar voren, terwijl ze het touw stevig vastgreep.

      Ze werd overweldigd door een ijskoude sensatie op haar huid. Het ijs leek in haar hand te bijten en door haar handen en armen omhoog te schieten. Ze haalde scherp adem, niet zeker of ze het touw wel vast kon blijven houden.

      Er kwam weer een windvlaag die de brug hevig heen en weer liet slingeren, en ze werd gedwongen het touw steviger vast te grijpen en de ijzige pijn te tolereren. Ze worstelde om in balans te blijven terwijl haar voeten uitgleden over de met ijs bedekte planken onder haar. De brug slingerde scherp naar links, en even wist ze zeker dat ze over de rand zou vallen. Toen zwaaide de brug weer de andere kant op.

      Gwen knielde weer. Ze was nauwelijks drie meter verder gekomen, en haar hart bonsde nu al zo snel dat ze nauwelijks adem kreeg, en haar handen waren gevoelloos.

      Ze sloot haar ogen, haalde diep adem, en dacht aan Thor. Ze zag zijn gezicht voor zich. Ze teerde op haar liefde voor

Скачать книгу