Скачать книгу

      “Waarom ontsnappen mensen uit de gevangenis?” vroeg Bill.

      Riley begreep nu hoe vreemd haar vraag klonk. Ze dacht aan die ene keer dat Bill met haar mee naar Hatcher gegaan was.

      “Bill, jij hebt hem ontmoet,” zei ze. “Leek hij ontevreden? Rusteloos?”

      Bill dacht fronsend na.

      “Nee, hij leek eerder...”

      Hij maakte zijn zin niet af.

      “Bijna voldaan, misschien?” maakte Riley zijn gedachte af. “De gevangenis leek wel bij hem te passen. Ik heb nooit het gevoel gekregen dat hij überhaupt vrijheid wilde. Hij heeft iets ‘Zens’ over zich, hij is nergens in het leven echt aan gehecht. Voor zover ik weet heeft hij geen verlangens. Vrijheid heeft hem niks te bieden. En nu is hij op de vlucht, wordt hij gezocht. Dus waarom besloot hij te ontsnappen? En waarom nu?”

      Meredith trommelde met zijn vingers op zijn bureau.

      “Hoe ben je vorige keer dat je hem zag vertrokken?” vroeg hij. “Zijn jullie op goede voet uit elkaar gegaan?”

      Riley onderdrukte maar net een wrange glimlach.

      “We gaan nooit op goede voet uit elkaar,” zei ze.

      Na een korte pauze, voegde ze toe, “Ik snap wat je bedoelt. Je vraagt je af of ik misschien zijn doelwit ben.”

      “Is dat mogelijk?” vroeg Bill.

      Riley gaf geen antwoord. Ze dacht weer terug aan wat Hatcher tegen haar gezegd had, toen ze hem zei dat ze niet terug zou komen om hem te zien.

      “Wellicht is dat ook niet nodig.”

      Was het een dreigement geweest? Riley wist het niet.

      Meredith zei, “Agent Paige, ik hoef je niet uit te leggen dat dit een hectische, prominente zaak gaat worden waar veel druk op staat. Op dit moment verspreidt deze informatie zich al als een lopend vuurtje naar de media. Ontsnappingen uit de gevangenis komen altijd groots in het nieuws. Soms zorgen ze zelfs voor algehele paniek. Wat hij ook van plan is, we moeten hem snel stoppen. Ik had echt gewild dat je eerste zaak als je terugkwam niet zo gevaarlijk en moeilijk zou zijn. Voel je je klaar? Voel je je ertoe in staat?”

      Riley voelde een vreemde tinteling terwijl ze de vraag overdacht. Het was een gevoel dat ze maar zelden had gevoeld voordat ze een zaak aannam. Het duurde haar even om te beseffen dat het pure, onvervalste angst was.

      Maar het was geen angst voor haar eigen veiligheid. Het was iets anders. Het was iets onbekends, iets irrationeels. Misschien was het het feit dat Hatcher haar zo goed kende. In haar ervaring wilden gevangen altijd iets terug in ruil voor informatie. Maar Hatcher had geen interesse in de standaard ruilmiddelen als sigaretten of whiskey. Zijn eigen voor wat, hoort wat was zowel simpel als zeer huiveringwekkend geweest.

      Hij wilde dat ze dingen over zichzelf vertelde.

      “Iets waarvan je niet wil dat anderen het weten,” had hij gezegd. “Iets waarvan je niet wil dat ook maar iemand het weet.”

      Riley had hier, achteraf gezien misschien te gemakkelijk, mee ingestemd. Nu wist Hatcher van alles over haar; dat ze een onvolmaakte moeder was, dat ze haar vader haatte en niet naar zijn begrafenis was gegaan, dat er een seksuele aantrekkingskracht hing tussen haar en Bill, en dat ze soms, net als Hatcher zelf, plezier haalde uit geweld en moord.

      Ze dacht terug aan wat hij had gezegd tijdens haar laatste bezoek.

      “Ik ken je. Op sommige manieren ken ik je beter dan dat je jezelf kent.”

      Was ze echt opgewassen tegen de scherpzinnigheid van zo’n man? Meredith zat daar en wachtte geduldig op antwoord op zijn vraag.

      “Ik ben zo klaar als maar kan,” zei ze, terwijl ze probeerde om zelfverzekerder te klinken dan dat ze zich voelde.

      “Mooi,” zei Meredith. “Hoe denk je dat we verder moeten?”

      Riley dacht even na.

      “Bill en ik moeten alle informatie over Shane Hatcher bestuderen die de FBI heeft,” zei ze.

      Meredith knikte en zei, “Ik heb al tegen Sam Flores gezegd dat hij alles moet klaarzetten.”

      *

      Een paar minuten later zaten Riley, Bill en Meredith in de vergaderzaal van de BAU te kijken naar het enorme multimediascherm dat Sam Flores had klaargezet. Flores was een labtechnicus met een bril met zwart montuur.

      “Ik denk dat ik alles heb wat jullie mogelijk zouden willen zien,” zei Flores. “Geboorteakte, arrestatiegegevens, rechtbankverslagen, alles.”

      Riley zag dat het een indrukwekkende tentoonstelling was. En het liet zeker weten niets aan de verbeelding over. Er waren enkele gruwelijke foto’s van Shane Hatchers vermoorde slachtoffers, waaronder de verminkte agent die op zijn eigen veranda lag.

      “Wat weten we over de agent die Hatcher vermoord heeft?” vroeg Bill.

      Flores bracht enkele foto’s van een vriendelijk uitziende politieagent naar voren.

      “Het is Agent Lucien Wayles, zesenveertig jaar oud toen hij overleed in 1986,” zei Flores. “Hij was getrouwd en had drie kinderen, had een Medaille voor Uitzonderlijke Moed, was geliefd en werd gerespecteerd. De FBI werkte samen met de plaatselijke politie en kreeg Hatcher een paar dagen na de moord op Wayles te pakken. Het is verbazingwekkend dat ze hem niet op dat moment zelf tot moes geslagen hadden.”

      Terwijl ze het scherm bestudeerde, was Riley het meest getroffen door de foto’s van Hatcher zelf. Ze herkende hem amper. Alhoewel de man die ze kende intimiderend kon zijn, maakte hij toch een fatsoenlijke, zelfs geleerde indruk, met zijn leesbril die altijd op zijn neus stond. De jonge Afro-Amerikaan op de arrestatiefoto’s uit 1986 had een mager, hard gezicht en een wrede, lege blik. Riley kon bijna niet geloven dat dit dezelfde persoon was.

      Ondanks de compleetheid en de mate van detail in de tentoonstelling, voelde Riley zich toch ontevreden. Ze dacht dat ze Shane Hatcher zo goed kende als wie dan ook. Maar ze kende deze Shane Hatcher niet, het wrede jonge bendelid genaamd “Shane the Chain.”

      Ik moet hem leren kennen, dacht ze.

      Anders maakte ze geen enkele kans om hem te pakken te krijgen.

      Op een of andere manier had ze het gevoel dat het koele, digitale display tegen haar werkte. Ze had iets tastbaarders nodig; echte glimmende foto’s met vouwen en rafelige randjes, vergeelde en brosse verslagen en documenten.

      Ze vroeg aan Flores, “Zou ik de originele documenten kunnen inzien?”

      Flores snoof lichtelijk in ongeloof.

      “Sorry, Agent Paige, maar dat is niet mogelijk. De FBI heeft alle papieren dossiers in 2014 versnipperd. Alles is nu gescand en gedigitaliseerd. Dat wat je nu ziet, is alles wat we hebben.”

      Riley zuchtte teleurgesteld. Ja, ze kon zich de versnippering van die miljoenen papieren dossiers nog wel herinneren. Andere agenten hadden erover geklaagd, maar toentertijd had het haar niet echt een probleem geleken. Maar nu verlangde ze eerlijk gezegd naar wat ouderwetse tastbaarheid.

      Op dit moment was het echter belangrijk om Hatchers volgende stap te achterhalen. Een idee kwam in haar op.

      “Wie was de agent die Hatcher gearresteerd heeft?” vroeg ze. “Als hij nog in leven is, is hij vermoedelijk Hatchers eerste doelwit.”

      “Het was geen plaatselijke agent,” zei Flores. “En het was geen ‘hij.’”

      Hij bracht een oude foto van een vrouwelijke agent naar voren.

      “Haar naam was Kelsey Sprigge. Ze was een FBI agent op het kantoor in Syracuse, was op dat moment vijfendertig. Ze is nu zeventig, met pensioen en woont in Searcy, een plaats vlakbij Syracuse.”

      Riley was verbaasd dat Sprigge een vrouw was.

      “Ze moet bij de FBI gegaan zijn...” begon Riley.

Скачать книгу